Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Afhankelijk van de oorzaak van de werkloosheid moet gekozen worden voor de juiste maatregel om deze werkloosheid op te lossen. Maar helaas is de praktijk lastiger dan je wellicht uit de theorie zou opmaken.
Indien de werkloosheid veroorzaakt wordt door te lage bestedingen, spreken we van conjuncturele werkloosheid.
In alle andere gevallen spreken we van structurele werkloosheid.
Conjuncturele werkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door onderbesteding.
Door laagconjunctuur wordt er minder gekocht dan bedrijven maximaal kunnen produceren. Bedrijven beperken in zo’n geval hun productie.
Door de lage bezettingsgraad zitten mensen thuis, die bij meer vraag (en dus meer productie) wél werk zouden hebben.
Door een stijging van de bestedingen kan deze vorm van werkloosheid worden bestreden.
Volgens Keyens zou de overheid in dat geval kunnen overwegen om:
-  zélf meer te gaan besteden,
- Â en/of de belastingen te verlagen, zodat gezinnen meer gaan besteden.
Bijvoorbeeld:
Een land heeft een productiecapaciteit van €530 mld.
In een periode van laagconjunctuur zijn de bestedingen € 500 mld.
De gemiddelde arbeidsproductiviteit bedraagt € 100.000 per jaar.
De productie € 30 mld. minder is dan maximaal.
Elke € 100.000 onderzetting is 1 extra werkloze.
Er zijn dus in totaal 300.000 mensen conjunctureel werkloos zijn.
Structurele werkloosheid
Indien gesproken wordt over structurele werkloosheid, wordt meestal de kwantitatieve structurele werkloosheid bedoeld.
Bij structurele werkloosheid zijn, zélfs bij volledige bezetting / maximale productie, onvoldoende arbeidsplaatsen om iedereen uit de beroepsbevolking een baan te verschaffen.
Enkele belangrijke oorzaken zijn:
Bijvoorbeeld:
We gaan verder op basis van het vorige voorbeeld.
De productiecapaciteit is nog steeds € 530 mld. en de arbeidsproductiviteit € 100.000.
Nieuw gegeven:
de omvang van de beroepsbevolking is 5,8 mln. personen
Wanneer in dit land de productiecapaciteit volledig benut wordt, is er voor 5,3 mln. personen werk.
Dat wil zeggen dat er bij maximale productie nog steeds 500.000 personen (5,8 mln – 5,3 mln) werkloos zijn.
Dat noemen we de (kwantitatieve) structurele werkloosheid.Â
Structurele werkloosheid is een bijzonder hardnekkige vorm van werkloosheid.
Aanpakken van deze werkloosheid kan bijvoorbeeld door:
- Op lange termijn moet de overheid ervoor zorgen dat het investeringsklimaat niet verslechterd.
- Op korte termijn moeten maatregelen genomen worden om het beschikbare werk beter te verdelen over de beroepsbevolking. Hierbij kan gedacht worden aan:
- VUT; ouderen eerder laten stoppen met werken
- Stimuleren van deeltijdwerk
- ATV; een volle baan terugbrengen in uren (bijvoorbeeld van 40 uur per week naar 36 uur per week)