Vraag 1
Product ZIP wordt geproduceerd op een markt van volkomen concurrentie. Deze markt kunnen als volgt beschrijven:
| Qv = – 5P + 1.000    Qa = 6P – 300  | 
waarbij: P = prijs in euro’s Q = hoeveelheid in 100.000 stuks  | 
Op deze markt onderzoeken we het gedrag van twee verschillende producenten.
Producent A onderzoekt of het gaat toetreden tot deze markt. Het bedrijf heeft bij toetreding een productiecapaciteit van 1.000 stuks.
De kostenfunctie voor deze producent luidt dan: TK = 70Q + 25.000 (waarbij Q in stuks)
Producent B is al jaren actief op deze markt. Het bedrijf heeft een productiecapaciteit van 10.000 stuks.
Deze producent heeft zijn productie anders georganiseerd. 
De kostenfunctie voor deze producent luidt: TK = 0,003Q2 + 70Q + 10.000 (waarbij Q in stuks)
Beide bedrijven streven naar maximale totale winst.
| a | 
 Bereken de prijselasticiteit van de vraag in de evenwichtssituatie.  | 
| b | 
 Moeten bedrijven hun prijs verhogen of verlagen indien zij hun omzet willen laten stijgen? Verklaar je antwoord met behulp van de berekende prijselasticiteit van de vraag.  | 
| c | 
 Bereken voor bedrijf A de break-even-afzet. Verklaar de betekenis van het berekende getal.  | 
| d | 
 Bereken hoeveel producten worden geproduceerd door bedrijf A en hoeveel producten (zullen) worden geproduceerd door bedrijf B. Verklaar je antwoord/berekening.  |