Tekenen een vraag- en aanbodlijn in een marktmodel steeds volgens dit stappenplan:
De vraaglijn
De collectieve vraaglijn beschrijft de betalingsbereidheid van alle consumenten voor een bepaald product.
De lijn zal dalend verlopen, omdat de gevraagde hoeveelheid zal toenemen wanneer de prijs daalt; er is een negatief verband tussen Qv en P.
In de grafiek van het marktmodel zetten we de hoeveelheid op de horizontale as en de prijs op de verticale as.
Pas op:
Dit is anders dan je vanuit wiskunde gewend bent. X en Y in de vergelijking staan precies andersom.
Als voorbeeld nemen we de vraagvergelijking:
Qv = -20P + 500
waarbij:
P = prijs in euro’s per stuk
Qv = gevraagde hoeveelheid in 100.000 stuks
Als P = 0
Qv = -20P + 500
Qv = -20×0 + 500
Qv = 500
Door eerst dit punt uit te rekenen, ken je de maximale waarde.
Je kunt dus nu je horizontale assenverdeling daarop aanpassen!
Als Qv = 0
Qv = -20P + 500
0 = -20P + 500
20P = 500
P = 25
Door eerst dit punt uit te rekenen, ken je de maximale waarde.
Je kunt dus nu je verticale assenverdeling daarop aanpassen!
Eerst gebruik je de o-punten om de assen te verdelen.
Daarna kun je met deze punten ook de vraaglijn tekenen.
Vergeet niet de lijn te benoemen, omdat later in dezelfde grafiek ook nog een aanbodlijn wordt getekend.
De aanbodlijn
De collectieve aanbodlijn beschrijft de leveringsbereidheid van alle producenten voor een bepaald product.
De lijn zal stijgend verlopen, omdat de aangeboden hoeveelheid zal toenemen wanneer de prijs stijgt; er is een positief verband tussen Qa en P.
De aanbodlijn wordt in het marktmodel opgenomen waar we zojuist de vraaglijn al in getekend hebben.
Als voorbeeld nemen we de aanbodvergelijking:
Qa = 25P – 125
waarbij:
P = prijs in euro’s per stuk
Qa = aangeboden hoeveelheid in 100.000 stuks
Als P = 0 → Qa = -125
Als de prijs € 0 is, zal de aangeboden hoeveelheid negatief zijn. Dat is natuurlijk onzin.
Dit punt kunnen we dus niet gebruiken.
Als Qa = 0
Qa = 25P – 125
0 = 25P – 125
-25P = -125
P = 5  ⇒ we hebben nu het beginpunt van de aanbodlijn.
Voor het tweede punt van de aanbodlijn moet je een beetje handig kiezen.
Tip: kies een prijs die op ongeveer ¾ van het maximum zit.
In dit geval bijvoorbeeld P = 20
Qa = 25P – 125
Qa = 25×20 – 125
Qa = 375
Met dit tweede punt kun je de aanbodlijn tekenen.
Het hele marktmodel
Nadat de lijnen ingetekend zijn in het markmodel, kunnen we ook het evenwichtspunt aangeven.
Ter controle kun je de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid berekenen:
Qa =Â Qv
25P – 125 = -20P + 500
25P + 20P = 500 + 125
45P = 625
P = 13,88
Qa = 25P – 125
Qa = 25×13,88 – 125
Qa = 222,2