Vraag 1
a |
Een horloge kost € 299. Hoeveel korting krijg je? |
b |
Femke verdient € 120 per maand. Hoeveel verdient Anne? |
c |
Mike koopt een oude auto voor € 2.300. Voor welk bedrag wordt de auto verkocht? |
d |
Een paar schoenen kost € 129. Hoeveel betaal je voor de schoenen? |
Vraag 2
a |
Simon heeft drie jaar geleden een fiets gekocht voor € 799. Bereken hoeveel procent van de aanschafprijs Simon nog terug krijgt voor zijn fiets. |
b |
Een fabriek kocht in 2016 een vrachtwagen voor € 68.900 Bereken de waarde van de vrachtwagen na drie jaar in procenten van de aankoopwaarde. |
c |
Nina kocht in november 2016 één Bitcoin. Zij betaalde toen € 631,05 Druk de waarde van de Bitcoin in augustus 2019 uit in procenten van de waarde in november 2016. |
Vraag 3
a |
Vorig jaar kostte een postzegel € 0,81. Dit jaar kost dezelfde postzegel € 0,91. Met hoeveel procent is de prijs van een postzegel gestegen? |
b |
Hassan wil een nieuwe telefoon kopen. Hij weet dat deze telefoon € 598 kost op bol.com Hoeveel procent goedkoper is de telefoon op mijnmobieltje.nl? |
c |
Op haar eerste rapport heeft Fleur een 5,8 voor economie. Met hoeveel procent heeft Fleur haar cijfer verbeterd? |
d |
Economielokaal verkocht het eerste jaar 1.200 boekjes voor examentraining. Dit jaar werden er 4.450 boekjes verkocht. Met hoeveel procent is de verkoop van boekjes gestegen ten opzichte van het eerste jaar? |