Vraag 1
In de onderstaande tabel is de inkomensverdeling van een land in twee verschillende jaren gegeven.
Groep | 2000 | 2020 |
---|---|---|
eerste 20% groep | 3,2% | 3,5% |
tweede 20% groep | 10,8% | 10,6% |
derde 20% groep | 17,4% | 17,1% |
vierde 20% groep | 24,2% | 24,1% |
vijfde 20% groep | 44,4% | 44,7% |
a |
Is er in deze periode sprake van nivellering of denivellering van de inkomensverschillen? Verklaar je antwoord met een berekening waarbij de de eerste en de vijfde groep vergelijkt. |
b |
Teken de Lorenzcurve voor 2020. |
Vraag 2
Jennifer is 35 jaar en zit in een hecht vriendinnenclubje dat ontstaan is op de middelbare school.
Ondanks dat iedereen een eigen weg gekozen heeft, komen de vriendinnen nog regelmatig bij elkaar.
Steeds vaker merkt Jennifer dat het clubje uit elkaar lijkt te groeien. Zij denkt dat dit met werk en inkomen te maken heeft.
Omdat ze dat vroeger op school geleerd heeft, maakt Jennifer een Lorenzcurve om te kijken of haar vermoeden zou kunnen kloppen.
Ze gaat daarbij uit van de volgende schattingen:
Persoon | Schatting jaarinkomen |
---|---|
Jennifer | € 85.000 |
Nicole | € 40.000 |
Simone | € 50.000 |
Anneroos | € 100.000 |
Suzanne | € 80.000 |
a |
Teken de Lorenzcurve van deze groep. |
b |
Vind je deze verdeling scheef, of valt het mee? Verklaar je antwoord. |