Vraag 1

De gemeente Zuiderland wil een groot feest organiseren.
Er worden duizenden bezoekers verwacht, die allemaal met de auto zullen komen. Parkeerplaatsen zijn er niet, dus vraagt de gemeente aan boeren in de omgeving om hun land in te richten als tijdelijke parkeerplaats.
Voor de ene boer betekent dit dat hij alleen een hek hoeft open te zetten. Anderen zullen, als ze hun land als parkeerplaats willen aanbieden, eerst gras moeten zaaien. De verkoopbereidheid van de boeren is dan ook heel verschillend:

  • Boer A wil minimaal € 2 per parkeerplaats.

  • Boer B wil minimaal € 1,30 per parkeerplaats.

  • Boer C wil minimaal € 0,85 per parkeerplaats.

  • Boer D wil minimaal € 1,50 per parkeerplaats.

  • Boer E wil minimaal € 1 per parkeerplaats.

  • Boer F wil minimaal € 0,75 per parkeerplaats.

a

Geef de definitie van het begrip verkoopbereidheid.

b

Zet de verzamelde gegevens over de verkoopbereidheid van de boeren in een staafgrafiek waarin je het totale aanbod bij een bepaalde prijs kunt aflezen.

c

Is het in dit geval noodzakelijk om overal dezelfde prijs te vragen voor een parkeerplaats?

Vraag 2

Gegeven de aanbodfunctie op een markt:

Qa = 12,5P – 250

waarbij:
Qa = aangeboden hoeveelheid in 1.000 stuks
P = prijs in euro’s per stuk

a

Teken de aanbodlijn in het gegeven assenstelsel.

b

Bereken hoe hoog de prijs moet worden om een aanbod van 200.000 stuks te krijgen op de markt.
Geef dit punt (A) aan in de grafiek van vraag a.

c

Bereken hoeveel er op de markt zal worden aangeboden bij een prijs van € 80.
Geef dit punt (B) aan in de grafiek van vraag a.

Gegeven de aanbodfunctie op een markt:

Qa = 0,25P – 10

waarbij:
Qa = aangeboden hoeveelheid in miljoen stuks
P = prijs in eurocenten per stuk

d

Teken de aanbodlijn in het gegeven assenstelsel.

e

Arceer de omzet van de producenten als de prijs € 1,20 wordt.

Vraag 1

a

Met verkoopbereidheid wordt het minimale bedrag bedoeld dat een producent wil verdienen voordat hij bereid is het product te verkopen.

b

Zet de boeren in rangorde van verkoopbereidheid (van laag naar hoog):

c

Nee. Dat hoeft niet, omdat het waarschijnlijk geen homogeen product is.
Het is natuurlijk niet logisch dat boer A de hoogste prijs vraagt, terwijl hij het verste weg ligt van het evenement. Maar er kunnen best prijsverschillen zijn in deze situatie.

Vraag 2

a

Bereken het beginpunt als Qa = 0
Qa = 12,5P – 250
0 = 12,5P – 250
-12,5P = -250
P = 20

Bereken een tweede punt, Bijvoorbeeld als P = 100
Qa = 12,5P – 250
Qa = 12,5×100 – 250
Qa = 1.000

b

Als het aanbod 200.000 stuks moet worden, geldt: Qa = 200

Qa = 12,5P – 250
200 = 12,5P – 250
-12,5P = -450
P = 36

Afbeelding: zie antwoord c

c

Als de prijs € 80 is, geldt: P = 80

Qa = 12,5P – 250
Qa = 12,5×80 – 250
Qa = 750

d

Bereken het beginpunt als Qa = 0
Qa = 0,25P – 10
0 = 0,25P – 10
-0,25P = -10
P = 40

Bereken een tweede punt, Bijvoorbeeld als P = 160
Qa = 0,25P – 10
Qa = 0,25×160 – 10
Qa = 30

e

Omzet = Prijs × Afzet
(oppervlakte rechthoek = lengte × breedte)
(20 miljoen staafjes van 120 cent)

print