Vraag 1

Elk product doorloopt een bepaalde levenscyclus.
Niet alleen consumenten, maar ook producenten gedragen zich in elke fase anders.

a

Leg uit waarom sommige producenten in de introductiefase kiezen voor een hoge prijs, terwijl andere producenten juist kiezen voor een lage prijs.

b

Noem twee redenen waarom in de groeifase het aantal producenten stijgt. Verklaar je antwoord.

c

Leg uit waarom in de volwassenheidsfase het aantal productvarianten stijgt.

d

Leg uit waarom na de volwassenheidsfase het aantal afnemers gaat dalen.

e

Hieronder zijn een aantal producten genoemd.
In welke fase van de productlevenscyclus bevinden deze producten zich? Verklaar je antwoord.

Product A –
streamingdiensten
Product B –
ebikes
Product C – 
benzine-auto
Product D –
wachtwoordkluis

Vraag 1

a

Hoge prijs: als er veel ontwikkelkosten zijn (en de concurrentie nog niet zover is), kan een producent met een hoge prijs een groot deel van de ontwikkelkosten terug verdienen. De innovatoren en pioniers zijn bereid deze hoge prijs te betalen.

Lage prijs: als bedrijven bang zijn dat er snel veel concurrenten komen, is het verstandiger om zo snel mogelijk een klantenkring te veroveren. Veel klanten trek je natuurlijk alleen met een (relatief) lage prijs.

b

Steeds meer bedrijven hebben de ontwikkelfase doorlopen en kunnen het product gaan aanbieden.

Omdat in deze fase het aantal klanten stijgt, is er op de markt ook ruimte voor meer aanbieders (elke bedrijf kan dan voldoende klanten trekken om te overleven).

c

Steeds meer klanten hebben het (oude) product al. Er komen niet veel extra klanten meer bij.
Door vernieuwingen kan het bedrijf niet alleen deze kleine groep nieuwe klanten aanspreken, maar ook bestaande klanten verleiden tot het kopen van een nieuwe variant.

d

De meeste mensen hebben het product al.  Er komen dus maar weinig nieuwe klanten bij.

e

Indelen in fases is niet zwart-wit. Je antwoord zou best anders kunnen zijn. Twijfel je: bespreek het in de les.

Streamingdiensten: zitten nog in de groeifase (wellicht tegen volwassenheid aan). Er zijn steeds meer aanbieders en de groei in nieuwe klanten begint af te nemen.

E-bikes: ook deze lijken nog in de volwassenheidsfase te zitten. Producenten lijken al steeds vaker het product te vernieuwen om nieuwe klant(groepen) aan te spreken.

Benzine-auto: zit in de neergangsfase. Fossiele brandstoffen lijken langzaam maar zeker te worden verbannen. Producenten richten zich steeds meer op de ontwikkeling van andere producten (elektrisch, waterstof, …)

Wachtwoordkluis: introductiefase. Er zijn nog relatief weinig mensen die er gebruik van maken. Maar er komen steeds meer aanbieders en steeds meer mensen zien het nut van zo’n service in (waarschijnlijk komt er dus nog een grote groep gebruikers aan),

print