Vraag 1

Duitsland en Frankrijk beschikken over dezelfde hoeveelheid productiefactoren om wijn en worst te produceren.
In de beginsituatie produceren beide landen uitsluitend voor eigen gebruik en worden de beschikbare productiefactoren gelijk verdeeld over de productiemogelijkheden.

Onderstaande afbeelding illustreert de autarkische beginsituatie.

 

Een onderzoeksbureau krijgt de opdracht een rapport te schrijven dat aantoont dat specialisatie de welvaart van beide landen positief kan beïnvloeden.

a

Wanneer leidt specialisatie tot welvaartswinst?

b

Maak de berekeningen waarmee de opstellers van het rapport hun pleidooi kunnen onderbouwen:

  • bepaal met behulp van de opofferingskosten welke specialisatie gewenst is
  • laat zien dat deze specialisatie de welvaart positief beïnvloedt.
c

Hoeveel wijn moet er betaald worden voor worst na specialisatie? Verklaar je antwoord.

d

Leg uit dat door specialisatie op termijn de opofferingskosten waarschijnlijk extra kunnen dalen.

a

Specialisatie leidt tot welvaartswinst wanneer er tussen de landen comparatieve kostenverschillen zijn.

b Eerste deel antwoord

 

Duitsland opofferingskosten (50 mln liter wijn OF 100 mln kilo worst)

  • 1 liter wijn = offer van 2 kilo worst
  • 1 kilo worst = offer van 0,5 liter wijn

Frankrijk opofferingskosten (45 mln liter wijn OF 80 mln kilo worst)

  • 1 liter wijn = offer van 1,78 kilo worst
  • 1 kilo worst = offer van 0,56 liter wijn

Duitsland specialiseert in worst en Frankrijk in wijn, omdat dan de opofferingskosten voor de productie het laagst zijn.

Tweede deel antwoord

Bij autarkie is de totale productie:

  • Wijn: 25mln liter (Du) + 22,5 mln liter (Fr) = 47,5 mln. liter
  • Worst: 50 mln kilo (Du) + 40 mln kilo (Fr) = 90 mln. kilo

Na specialisatie:

  • Stel Duitsland produceert alle worst: 90 mln. kilo
  • Dan kan Duitland ook nog eens 5 mln. liter wijn produceren (uit te rekenen via opofferingskosten)
  • Frankrijk produceert dan ook nog eens 45 mln. liter wijn.
  • Zodat er in totaal 50 mln. liter wijn gemaakt wordt.

Meer wijn en dezelfde hoeveelheid worst. Dus meer producten met dezelfde hoeveelheid productiefactoren.

c

De ruilverhouding is afhankelijk van de binnenlandse opofferingskosten.

Wanneer Duitsland worst exporteert, wil Duitsland minstens 0,5 liter wijn daarvoor ontvangen. Anders kan het land beter zelf wijn produceren.
Frankrijk wil maximaal 0,56 liter wijn betalen voor de worst. Anders kan het land beter zelf worst produceren.

De prijs van 1 kilo worst ligt dus tussen de 0,5 en 0,56 liter wijn.

d

Wanneer een land zich specialiseert in een bepaald product, kan er op grotere schaal worden geproduceerd. Deze schaalvoordelen kunnen de kosten verlagen.
Bovendien zal er in een grote, belangrijke sector vaak meer geld gestoken worden om innovatie te stimuleren. Nieuwe producten / productiemethoden kunnen de kosten verder verlagen.

print