Vraag 1
De ouders van Sven hebben hun hele leven gespaard voor diens studie.
Sven kiest na zijn vwo-studie een studie met heel goede baanperspectieven, maar de studie is particulier en behoorlijk duur. Van zijn ouders krijgt Sven op zijn 18e verjaardag een bedrag van € 90.000 als bijdrage aan de studie. De rest van de studiekosten zal Sven moeten lenen.
a |
Leg uit dat de ouders van Sven het geld beter een maandje eerder hadden kunnen schenken. |
b |
Leg uit welke andere kosten er nu nog bij komen, naast de schenkbelasting. |
c |
Bereken hoeveel procent van de schenking Sven kwijt raakt aan schenkbelasting als hij gebruik zou maken van de eenmalige verhoogde vrijstelling voor een dure studie. |
d |
Wat zou een reden kunnen zijn voor Sven om nu géén gebruik te maken van de eenmalige verhoogde vrijstelling? Verklaar je antwoord. |
Omdat de opa van Sven hem ooit vertelde dat hij aan het sparen was voor zijn enige kleinkind, besloot Sven de eenmalige korting niet te gebruiken voor de dure studie.
Na zijn studie vertelt hij zijn opa dat hij een eigen huis gaat kopen. Opa zegt dat hij voor dit doel € 125.000 heeft gespaard voor Sven. Dat geld zal hij nu als schenking aan Sven overmaken. Sven gebruikt voor deze schenking zijn eenmalige verhoogde vrijstelling.
e |
Leg, zonder een berekening, uit dat (in dit geval) het inzetten van de eenmalige verhoogde vrijstelling voor opa’s schenking gunstiger is dan voor de schenking van de ouders. |
f |
Bereken hoeveel procent van de schenking Sven kwijt raakt aan schenkbelasting als hij gebruik maakt van de eenmalige verhoogde vrijstelling voor een eigen woning. |
Na enkele jaren schenken de ouders van Sven hem nogmaals € 25.000.
g |
Bereken hoeveel Sven, na aftrek van de schenkbelasting, over houdt van deze schenking. |