Vraag 1

Emiel wil een auto kopen. Hoewel hij aardig verdient, heeft hij niet genoeg geld op zijn spaarrekening.
Hij betaalt € 5.000 vanuit zijn spaarrekening, maar wil daarnaast nog € 5.000 lenen. Hij wil deze lening wel in 1 jaar afbetalen, want hij houdt niet van schulden opbouwen.

Op de website van zijn bank komt hij een tabel tegen waarin staat dat hij € 5.000 kan lenen. Als hij die in 12 maanden terug betaald, moet hij € 434,08 per maand aan rente en aflossing betalen. In de tabel staat dat hij hiermee op jaarbasis 7,9% rente betaalt.
Er zijn géén bijkomende kosten voor het afsluiten van deze lening.

Op de website staat verder:
Bij het beoordelen van een financieringsaanvraag inventariseert de bank uw huidige financiële situatie. Afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden beoordeelt de bank of de gevraagde financiering voor u verantwoord is. Daarbij wordt o.a. rekening gehouden met uw inkomen, huidige huur- of hypotheeklasten en bestaande overige financiële verplichtingen.

a

Bereken zelf hoeveel procent Emiel meer moet terugbetalen dan hij leent.

b

Hoe kan het dat het percentage dat de bank voorrekent veel hoger is dan jouw antwoord bij vraag a?

c

Leg uit waarom het beoordelen van de financieringsaanvraag door de bank een verlagende invloed heeft op de hoogte van de rente voor deze lening.

d

Hoe zal de bank de benodigde informatie verzamelen om de financieringsaanvraag te kunnen beoordelen. Noem twee informatiebronnen.

Op een andere website vindt hij een aanbieding van een lening van € 5.000 over een periode van 60 maanden.
De advertentie zegt dat hij dan maar 6,5% effectieve rente betaalt met een maandbedrag van € 97,40.

e

Bereken zelf hoeveel procent Emiel in dit geval meer moet terugbetalen dan hij leent.

f

Welke lening is nu eigenlijk goedkoper voor Emiel? Verklaar je antwoord.

Vraag 2

De familie Snip wil een nieuwe TV kopen, maar heeft geen spaargeld.
Daarom zoeken ze een webshop waar ze de TV in termijnen kunnen betalen. Ze komen uiteindelijk uit bij deze TV:

a

Bereken hoeveel procent ze meer betalen voor de TV als ze gebruik maken van de betaling in termijnen.

Het percentage van vraag a is gelijk aan het JKP van deze lening.

b

Hoe noemen we deze vorm van lenen?

c

Is de lening duur? Verklaar je antwoord.

d

Vind je deze aankoop verstandig? Verklaar je antwoord.

Vraag 3

Johan verloor ruim een jaar geleden zijn baan. Hij heeft zijn best gedaan om zijn uitgavepatroon aan te passen, maar desondanks is zijn spaarrekening inmiddels leeg en heeft hij nog steeds geen baan gevonden.
Tot overmaat van ramp gaat zijn wasmachine stuk. Bij de bank krijgt hij geen lening.

Hij ziet nog maar twee mogelijkheden. Koop op afbetaling of een flitskrediet op internet.

Voor de eerste optie vindt hij een wasmachine van € 369 voor € 18 per maand. Gedurende 24 maanden.

a

Wat is een flitskrediet?

b

Leg uit waarom het aangaan van een flitskrediet voor Johan niet aan te raden is.

c

Bereken hoeveel procent hij voor de lening betaalt als hij de wasmachine op afbetaling koopt.

Een goede vriendin van Johan vertelt dat Johan “naar de gemeente” moet gaan voor bijzondere bijstand.

d

Wat is bijzondere bijstand?

Vraag 1

a

Hij betaalt (12 × 434,08) € 5.208,96

Dat is (208,96 ten opzichte van 5.000) 4,18% extra.

b

Dat komt omdat hij de rente al gedurende het jaar betaalt en niet alles aan het einde van het jaar.

c

Door de controle krijgen alleen mensen die het zich kunnen veroorloven de lening. Daardoor is het risico/kans op wanbetaling kleiner voor de bank. Ze maken dus al winst bij een lagere rente.

d

Ze zullen de klant naar inkomsten vragen en bij het BKR opvragen of er sprake is van bestaande leningen of betalingsachterstanden. 

e

Hij betaalt dan (60 × 97,40) €  5.844

Dat is (844 ten opzichte van 5.000) 16,9% extra.

f

Op jaarbasis is 2e lening goedkoper, want 6,5% per jaar is minder dan 7,9% per jaar.
Maar bij de 2e lening betaalt Emiel € 844 extra, terwijl hij bij de 1ste lening maar € 208,96 extra betaalt.

Antwoord is een beetje afhankelijk van perspectief, maar uitgedrukt in euro’s is de 1ste optie goedkoper.

Vraag 2

a

Bij betaling in termijnen koste de TV (24 × 110) € 2.640
Dat is (2.640 – 2.299) € 341 extra.

Hetgeen betekent dat er (341 ten opzichte van 2.299) 14,8% extra wordt betaald.

b

Koop op afbetaling (want ze worden direct eigenaar van de TV, hetgeen niet zo is bij huurkoop).

c

Ja, de lening is duur.
De wettelijk maximale rente is 14%. Dus ze betalen zelfs (iets) meer dan maximaal is toegestaan.

d

Nee.
Een voorbeeld van een goede verklaring:

  • Deze TV is sowieso veel te duur als je te weinig geld hebt om hem zelf ineens te betalen.
  • Deze lening is extreem duur.
  • Je zou geen geld moeten lenen voor iets dat niet noodzakelijk is, zoals een dure TV.

Vraag 3

a

Een flitskrediet, ook bekend als minilening, of sms-krediet, is een lening met een korte looptijd en lage leensom. 
Het gaat hierbij vaak om een lening van maximaal een paar honderd euro voor een maand (of een paar maanden).

b

Deze lening is extreem duur. En de kosten lopen meestal erg op, omdat mensen die deze lening kiezen hem vaak niet op tijd kunnen terugbetalen. Daardoor betalen ze vaak jaren de extreem hoge rente. Dat risico loopt Johan ook.

c

Ook deze lening is extreem duur.

Hij betaalt (24 × 18) € 432 in plaats van € 369.
Dat is 17% extra.

d

Bijzondere bijstand is er voor mensen die recht hebben op een bijstandsuitkering en daarnaast onverwacht extra kosten maken (zoals het moeten vervangen van een wasmachine).

print