Vraag 1
Menno krijgt maandelijks € 50 lunchgeld van zijn ouders.
Hij kiest tussen een maaltijd bij de Mac voor € 10 per keer, of een broodje in de schoolkantine voor € 2,50 per keer.
a |
Teken de budgetlijn die hierbij hoort. |
b |
Bereken de opofferingskosten voor een bezoekje aan de Mac. |
c |
Hoe verandert de getekende budgetlijn als de schoolkantine de prijs van een broodje met 20% verhoogt? |
d |
Bereken de opofferingskosten voor een bezoekje aan de Mac na de prijsverhoging van de schoolkantine. |
e |
Kun je op basis van de budgetlijn aangeven welke keuze Menno zal maken? Verklaar je antwoord. |
Vraag 2
Simone gaat op vakantie. Zij is een uitgesproken liefhebber van musea en lekker eten.
Simone heeft zichzelf een bedrag gespaard dat zij tijdens haar vakantie gaat uitgeven aan haar twee lievelingsactiviteiten.
Hiernaast staat de budgetlijn getekend die de keuzemogelijkheden voor Simone weergeeft.
Een bezoek aan een museum kost gemiddeld € 15.
a |
Bereken welk bedrag Simone bij elkaar gespaard heeft voor haar lievelingsactiviteiten. |
b |
Wat kost het ‘uit eten’ gemiddeld? |
c |
Wat zijn de opofferingskosten voor één keer ‘uit eten’? Verklaar je antwoord. |
Tijdens haar vakantie wordt Simone bestolen. De zakkenroller gaat er vandoor met € 90 van haar moeizaam gespaarde geld.
d |
Hoe verandert de getekende budgetlijn door deze onfortuinlijke gebeurtenis? Verklaar je antwoord. |