Vraag 1
Op het Krimpenerwaard College werken in 2020 in totaal 90 docenten.
Bij een volle baan moet een docent 25 lesuren (per week) geven.
In totaal worden er op de school 1.375 lessen per week gegeven.
a |
Bereken voor het genoemde jaar de p/a-ratio op het Krimpenerwaard College. |
b |
Leg de relatie uit tussen de feminisering van het onderwijs en de relatief hoge p/a-ratio. |
Door de vergrijzing verlaten elk jaar een aantal docenten de school.
Er is een zeer krappe arbeidsmarkt voor de meeste schoolvakken.
c |
Leg uit dat de hoge mate van deeltijdwerk in het onderwijs voordelig kan zijn voor de school in de zoektocht naar nieuwe docenten. |
d |
Leg uit dat de hoge mate van deeltijdwerk in het onderwijs nadelig kan zijn voor de school in de zoektocht naar nieuwe docenten. |
De maatschappij maakt zich in toenemende mate bezorgd over de krappe arbeidsmarkt in het onderwijs.
Steeds meer kinderen krijgen steeds langer geen / minder les in bepaalde vakken.
e |
Verzin drie oplossingen voor dit probleem. Verklaar je oplossing(en). |
Vraag 2
a |
Bereken de participatiegraad in 2016. |
b |
Bereken de omvang van de beroepsgeschikte bevolking in 2004. |
c |
Noem drie groepen die wél tot de beroepsgeschikte bevolking horen, maar niet tot de beroepsbevolking. |
d |
Bereken de p/a-ratio in 2014. |
e |
Leg uit waarom een stijging van de welvaart een stijging van de p/a-ratio kan veroorzaken. |
f |
Bereken de werkgelegenheid in arbeidsjaren in 2018. |
g |
Wat betekent een ‘arbeidsjaar’. |
h |
In welk jaar / welke jaren is en sprake van een (zeer) ruime arbeidsmarkt? Verklaar je antwoord met behulp van gegevens uit de tabel. |