Vraag 1

Sander koopt een elektrische fiets. Vooral omdat hij dan makkelijker en gezonder naar zijn werk kan gaan. Wonend in het centrum van Rotterdam is een auto niet handig en in de spits vindt hij de metro veel te druk.

Bij aanschaf van de fiets, sluit hij wel direct een fietsverzekering af.

a

Waarom kiest Sander ervoor zijn nieuwe fiets te verzekeren? Verklaar je antwoord.

b

Leg uit waarom de verzekeraar een hoger eigen risico vraagt in de grote steden.

c

Leg uit hoe het hogere eigen risico in de groten steden de solidariteit in de verzekering vermindert.

d

Welk belang heeft de verzekeringsmaatschappij om de solidariteit te verkleinen? Verklaar je antwoord.

e

Leg uit hoe de tweede opmerking onder ‘eigen risico’ bedoeld is om moreel wangedrag te beperken.

Vraag 2

Janni heeft enkele jaren gelden haar baan verloren. Sindsdien moet zij rondkomen van een bijstandsuitkering.
Vooral de vaste lasten zijn voor Janni soms een probleem. Daarom kijkt zij nog een keer kritisch naar haar verzekeringen. Maar veel keuze heeft ze niet.

Bij haar inboedelverzekering ziet zij dat de premie afhankelijk is van de opgegeven waarde van de inboedel. Met een rekentool van de verzekeringsmaatschappij ziet zij dat een halvering van de inboedelwaarde leidt tot een daling van de premie met 35%.
Om geld te besparen besluit Janni om bij het afsluiten van de verzekering de inboedelwaarde voor de helft van de werkelijke waarde op te geven.

a

Welke schade wordt gedekt door een inboedelverzekering? Geef twee voorbeelden.

b

Leg uit waarom de premie lager wordt, als de inboelwaarde lager is.

c

Waarom is de beslissing van Janni niet te adviseren?

d

Stel dat Janni door een lekkende wasmachine € 1.000 schade aan vloerbedekking en plafond heeft.
Hoeveel zal de verzekering dan uitbetalen? Verklaar je antwoord.

De oude wasmachine is niet meer te repareren. Na 8 jaar kan ie naar de stort.
Janni vertelt de verkoper wat gebeurd is en koopt een nieuwe wasmachine. Die nieuwe wasmachine kost € 399, wat voor Janni een flink bedrag is.

De verkoper wijst Janni op een folder op de toonbank (zie afbeelding). Hij adviseert Janni om voor € 15 deze verzekering af te sluiten. Volgens de verkoper is dan niet alleen de wasmachine goed verzekerd, maar ook waterschade als de wasmachine zou gaan lekken.

e

Moet Janni het advies van de verkoper opvolgen? Verklaar je antwoord.

Vraag 3

Een ondernemer in de Belgische Ardennen verhuurt mountainbikes.
Regelmatig veroorzaken klanten schade aan zijn fietsen. Hij besluit dan ook om hiervoor een verzekering aan te bieden aan zijn klanten.

Op basis van de schades over de afgelopen twee jaar blijkt dat elke tiende klant voor gemiddeld € 80 schade veroorzaakt. De ondernemer wil op deze verzekering geen winst maken. Hij wil vooral af van de eeuwige discussie na een schade.

Hij overweegt twee varianten:

  • een verplichte verzekering voor elke klant, tegen een tarief van € 8.

  • een vrijwillige verzekering, die duurder zal zijn. Maar daarvan is moeilijk vooraf in te schatten wat de premie zou moeten worden.

a

Leg uit hoe uit bovenstaande tekst blijkt dat een verzekering werkt op basis van solidariteit.

b

Leg uit waarom de kans groot is dat een premie van € 8 voor de verplichte verzekering verliesgevend zal worden.

c

Leg uit waarom de premie voor de vrijwillige verzekering hoger zal moeten zijn dan € 8.

Een goede vriend van de ondernemer adviseert de verplichte verzekering, maar wel met een eigen risico voor de klanten.

d

Leg uit waarom de vriend adviseert om een eigen risico bij de verzekering op te nemen.

Vraag 1

a

In het antwoord moet verwoord worden dat zowel de kans op schade / diefstal aanzienlijk is én dat de omvang van de schade dan relatief groot is. Met andere woorden; het risico ook groot genoeg om een verzekering te nemen.

b

De kans op schade en diefstal is in de grote steden ook groter. Een groter eigen risico maakt mensen voorzichtiger.

c

De mensen betalen nu (deels) afhankelijk van hun persoonlijke risico. Mensen van buiten de steden betalen minder mee in de totale schades, terwijl bij solidariteit juist iedereen betaalt zonder te kijken naar het persoonlijk risico.

d

Als de verzekering niet aantrekkelijk is voor mensen die minder risico lopen, zullen ze geen verzekering kiezen. Door de verzekering voor mensen buiten de steden gunstiger te maken, blijft de verzekering aantrekkelijk voor deze mensen.

e

Mensen zullen niet snel extra betalen voor veiligheid als ze al verzekerd zijn. Dat is nalatig gedrag, want zonder verzekering zouden ze een dure fiets daar wél stallen. Nu maakt de verzekering het aantrekkelijk om voorzichtig te blijven.

Vraag 2

a

In principe is dat alles wat niet ‘aard en nagelvast’ aan de woning zit. Hierbij kun je een eenvoudige vuistregel hanteren: inboedel is alles dat je kunt verhuizen en wat dus niet aan de woning vast zit. De woning zelf en alles wat eraan vast zit valt onder de opstalverzekering.
De dekking van een inboedelverzekering heeft betrekking op alle meubels, apparatuur, kostbaarheden en andere spullen in je huis.

b

Als de inboedel minder waard is, valt er bij schade ook minder uit te keren. Daarom kan de verzekering in dat geval een lagere premie vragen.

c

In dit geval is er sprake van onderverzekeren.
Als de verzekering erachter komt dat zij maar de halve waarde heeft opgegeven, zal de verzekering bij schade ook niet de volledige schade vergoeden. Waarschijnlijk komt Janni dan bij een schade in de financiële problemen.

d

Als ze maar de helft van de waarde heeft opgegeven, zal ze ook maar de helft van de schade vergoedt krijgen. Dus  € 500.

Uiteraard zal de verzekering gewoon € 1.000 uitkeren als ze niet merken dat Janni de waarde van de inboedel te laag heeft opgegeven. Maar dan is er sprake van fraude.

e

Nee. Dit is geld weggooien. Deze verzekering verkoopt iets dat ze al heeft:
De wasmachine behoort sowieso 3 jaar garantie te bieden (volgens Europese wetgeving is de garantie gekoppeld aan de ‘normale levensduur’ van een artikel). En schade door een wasmachine valt al onder de inboedelverzekering.

Vraag 3

a

Tien klanten betalen (gemiddeld) voor de schade van één klant. En iedereen betaalt hetzelfde, ongeacht het persoonlijke risico.

b

Als mensen verzekerd zijn, zouden ze wel eens wat slordiger kunnen omgaan met de fietsen. Door dit nalatige gedrag nemen de schades toe (en komt de onderneming geld tekort).

c

Er zal sprake zijn van averechtse selectie: als de verzekering vrijwillig is, zullen vooral mensen die schade verwachten (meer dan gemiddeld risico nemen) een verzekering kiezen. Dan geldt de verhouding 1:10 waarschijnlijk niet meer.
Bovendien zou dan juist onder deze groep mensen het nalatige gedrag wel eens extra kunnen werken.

d

Als mensen een deel van elke schade zelf moeten betalen, zullen ze weer wat voorzichtiger worden. Het eigen risico vermindert nalatig gedrag.

print