Vraag 1
Anton overweegt een eetcafé te openen in Otterlo.
Het is een populair vakantiegebied in Nederland, waar overdag veel fietsers en wandelaars langs komen. Het gaat daarbij niet alleen om grote groepen dagjesmensen, maar ook mensen die langer in het gebied verblijven. Bijvoorbeeld op campings en in vakantieparken in de buurt. Volgens Anton is er dus een flinke klantenpotentieel.
Anton besluit tot het uitvoeren van een marktonderzoek om de haalbaarheid van zijn plan te kunnen beoordelen.
Allereerst wil Anton wat algemene gegevens over de horeca in Nederland raadplegen.
a |
Waar kan hij die gegevens vinden? |
Ook wil Anton meer weten over de concurrentie die al in Otterlo gevestigd is.
b |
Op welke (twee) manieren kan hij erachter komen hoeveel concurrenten er in Otterlo gevestigd zijn? |
c |
Hoeveel concurrenten kun jij vinden binnen de gemeente Otterlo? |
Anton wil ook goed nadenken over het toepassen van de customer journey.
Hij heeft ergens gelezen dat veel ondernemers halverwege deze “reis” ophouden. Die fout wil hij niet maken.
d |
Beschrijf voor elke fase hoe Anton deze effectief zou kunnen inzetten. |
e |
Leg uit waarom de laatste fase (loyaliteit) voor Anton wellicht niet belangrijk LIJKT, maar wel IS. |
Vraag 2
Femke runt al jaren een sportschool.
Steeds vaker hoort zei dat veel jonge vrouwen het niet fijn vinden om door mannen bekeken te worden tijdens het sporten. Ze heeft daarom het plan opgevat om in haar woonplaats, Rotterdam, een nieuwe vestiging te openen die exclusief voor vrouwen toegankelijk is.
Zij organiseert een brainstormsessie met haar personeel om de gegevens te verzamelen die nodig zijn om een SWOT-analyse op te stellen.
Daarbij worden de volgende opmerkingen genoteerd:
a |
Neem onderstaande SWOT-matrix over en zet bovenstaande gegevens op de juiste plek. |
b |
Beschrijf hoe de sterke kanten van het bedrijf kunnen aansluiten bij de externe kansen die er zijn. |
c |
Hoe kan het bedrijf, relatief eenvoudig, (interne) zwaktes aanpakken/oplossen? Verklaar je antwoord. |
d |
Kan het bedrijf ook iets doen tegen de (externe) bedreigingen? Zo ja, hoe/wat? |