Vraag 1

In chocoladefabriekje Chokbar werken vier mensen aan de productie van één product; de chokbar, een chocoladereep van hoge kwaliteit.
Op de verkoopafdeling werkt één persoon. Dat is de eigenaar, die ook als vertegenwoordiger de repen promoot bij supermarkten en andere verkooppunten.

De chokbar wordt verkocht voor € 3,45.
De omzet van het bedrijf was afgelopen jaar € 621.000.

De fabriek kan maximaal 200.000 chokbars per jaar produceren.

a

Bereken de arbeidsproductiviteit per jaar in euro’s.

b

Bereken de arbeidsproductiviteit per jaar in aantal chocoladerepen.

Vraag 2

De directeur van een klein bedrijfje verwacht dat het komende jaar de omzet van zijn bedrijf met 25% zal stijgen.
Bovendien verwacht de directeur dat de werkgelegenheid in zijn bedrijf met 10% zal toenemen.

a

Bereken met hoeveel procent de arbeidsproductiviteit (in euro’s per jaar) naar verwachting zal veranderen.

De directeur verwacht dat de prijs van zijn product volgend jaar met 7,5% zal stijgen.

b

Bereken de verwachtte procentuele verandering van de arbeidsproductiviteit (in aantal producten per jaar).

Vraag 1

a

De omzet van het bedrijf is € 621.000
Dat wordt gedaan met 5 personen.

→ dat is per persoon € 124.200 per jaar (= arbeidsproductiviteit)

b

Bij een omzet van € 621.000 en een prijs van € 3,45
betekent dat een productie van 180.000 stuks

Dat wordt gedaan met 5 personen.

→ dat is per persoon 36.000 stuks per jaar (= arbeidsproductiviteit)

Vraag 2

a

Gebruik indexcijfers voor deze berekening:

omzet = 125
werkgelegenheid = 110

Arbeidsproductiviteit = = 113,6

⇒ de arbeidsproductiviteit neemt met 13,6% toe.

b

Weer met indexcijfers:
omzet = 125
prijs = 107,5

Volume productie = = 116,3
werkgelegenheid = 110

Arbeidsproductiviteit = 116,3 / 110 × 100 = 105,7

⇒ de arbeidsproductiviteit neemt toe met 5,7%

print