Er is sprake van moreel wangedrag wanneer mensen zich riscovoller gaan gedragen, omdat de financiële gevolgen daarvan voor een ander zijn.
Moreel wangedrag, wordt ook wel nalatig gedrag of moral hazard genoemd.
Moreel wangedrag bij verzekeren
Iemand met een nieuwe fiets zal zonder verzekering erg voorzichtig zijn. Hij zal de fiets goed afsluiten – bijvoorbeeld met een extra slot – of zal de fiets alleen in een bewaakte fietsenstalling zetten.
Wanneer hij echter een verzekering afsluit tegen fietsdiefstal, is de kans groot dat hij slordiger gaat worden. Het extra slot is te zwaar en te veel werk. Een bewaakte fietsenstalling kost te veel. Dus géén extra slot en géén bewaakte fietsenstalling meer. Door dit slechte gedrag wordt de kans op diefstal groter.
De kans op moreel wangedrag wordt kleiner als de verzekerde zelf óók financiële gevolgen draagt van de schade. Bijvoorbeeld door een eigen risico in te voeren bij de verzekering of door een bonus-malus regeling.
Moreel wangedrag bij banken
Wanneer banken veel risico nemen met het geld dat hen is toevertrouwd, kunnen zij veel winst verdienen voor de aandeelhouders. Hoe meer risico zij nemen, hoe groter de winstmogelijkheden worden.
Als het mis gaat, waardoor de bank failliet dreigt te gaan, zal de overheid de bank moeten redden. De bank is te belangrijk geworden om failliet te laten gaan.
Omdat de financiële risico’s dus niet meer bij de bank liggen, heeft de bank een verkeerde prikkel om moreel wangedrag te vertonen.
Moreel wangedrag binnen de EU
Wanneer landen, zoals Griekenland, door andere EU-landen worden gered van de financiële ondergang, is dat voor andere landen een signaal: “als het mis gaat, worden we toch wel gered”.
Dat kan ertoe leiden dat ook andere landen ‘slordiger’ omgaan met de overheidsfinanciën en dus moreel wangedrag gaan vertonen.