In de periode na de kredietcrisis (omstreeks 2010) bleven de meeste economieën langdurig hangen in een recessie. Daarom gingen vooral de Japanse en Amerikaanse Centrale Bank massaal over tot het stimuleren van de economie. Dit leverde de directeur van de Amerikaanse Centrale bank de bijnaam ‘helicopter Ben Bernanke’ op.
De CB maakte vooral gebruikt van het instrument dat we als ‘open markt politiek’ kennen om de geldhoeveelheid te laten stijgen.
a |
Beschrijf op welke wijze ‘open markt politiek’ de binnenlandse economie kan stimuleren. |
b |
Leg uit waarom een monetaire bestedingsimpuls, door het open karakter van de economie, voor een land als Nederland veel minder effectief is. |
Door de aanhoudende recessie en de effecten van de bankencrisis op het consumentenvertrouwen leidde het beleid van de centrale banken nauwelijks tot een verbetering van de reële economie. Het extra geld vertaalde zich vooral in een stijging van de beurskoersen.
c |
Leg uit waarom in de beschreven situatie het inderdaad onwaarschijnlijk is dat het extra geld de reële economische ontwikkeling verbetert. |
d |
Leg uit dat de gestegen beurskoersen op twee manieren de reële economische ontwikkeling kunnen verbeteren. |
Critici wijzen op het inflatiegevaar van de gekozen monetaire politiek.