Domeinen Ruilen over de Tijd en Welvaart en groei 

In een land brengen de toegenomen arbeidsongeschiktheid en de stijgende vergrijzing de financiering van de sociale verzekeringen, waarbij het omslagstelsel wordt toegepast, in gevaar. De minister van Sociale Zaken analyseert de situatie en gebruikt daarbij onder andere tabel 1.

tabel 1  verhouding tussen inactieven en actieven, 2009 – 2018

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
0,670 0,654 0,630 0,645 0,649 0,631 0,629 0,620 0,618 0,616

Onder inactieven worden uitkeringsgerechtigden verstaan (bijvoorbeeld voor werkloosheid, staatspensioen, bijstand). Onder actieven worden de werkenden verstaan. Een i/a-ratio (inactieven/actieven) van 0,5 betekent dat voor iedere inactieve er twee actieven staan.

De minister van Sociale Zaken concludeert op basis van de tabel dat:

  1. de regering zich moet inzetten om de participatiegraad te laten stijgen, met als gevolg dat de i/a-ratio verder omlaag kan;
  2. als het niet lukt om de i/a-ratio te laten dalen, toekomstige regeringen steeds meer moeite zullen krijgen om bij vergrijzing de financiering van het staatspensioen rond te krijgen. Hierdoor ontstaat een grotere druk op de solidariteit binnen en tussen generaties.
  3. indien het niet lukt om de i/a-ratio verder te verlagen, de pensioenleeftijd verder zal worden verhoogd.
1 Geef een verklaring voor conclusie b en verklaar de grotere druk op de solidariteit binnen generaties en tussen generaties.

Tussen generaties: werkenden en ouderen
Binnen generatie: de beroepsgeschikte bevolking van nu

2 Geef twee verklaringen hoe de i/a-ratio verlaagd zal worden als de pensioenleeftijd wordt verhoogd.

Er is een teller- en een noemereffect te verzinnen van de verhoging van de pensioenleeftijd.

De minister van Sociale Zaken stelt een aanpassing voor van de Wet inkomstenbelasting met als doel om meer doelgroepen zoals werklozen en bijstandsgerechtigden te stimuleren de arbeidsmarkt te betreden. De voorgestelde aanpassing staat in tabel 2.

tabel 2  oud en nieuw stelsel van inkomstenbelasting

3 Noem twee aspecten van de voorgestelde belastingaanpassing die de genoemde doelgroepen eerder kunnen activeren om betaald werk te gaan zoeken. Licht beide aspecten toe.

Eerder activeren om betaald werk te zoeken, betekent dat het inkomensverschil tussen werken en niet-werken groter moet worden.

De voorgestelde verandering van de wet inkomstenbelasting heeft niet alleen gevolgen voor de groep inactieven. De minister van Sociale Zaken wil ook weten wat de gevolgen zijn voor de huidige actieven. Hij verwacht namelijk dat de actieven zich hierdoor minder zullen aanbieden op de arbeidsmarkt. In het land geldt dat het modale belastbaar arbeidsinkomen € 38.500 is per jaar.

4 Bereken het belastingvoordeel door de stelselherziening voor de modale werknemer.

Beslastbaar inkomen → schijventarief → – heffingskortingen = te betalen belasting

5 Leg de verwachting van de minister uit.

Opofferingskosten: om te werken en inkomen te verdienen moet een offer gebracht worden (privé-tijd). 

1

Een voorbeeld van een juiste verklaring is:

  • Als er niet meer actieven bijkomen, om de premies te betalen voor degenen met een staatspensioen, stijgt de premiedruk voor de financiering van het toenemend aantal gepensioneerden (als gevolg van de vergrijzing vanwege het gehanteerde omslagstelsel). Hierdoor komt de financiering van het staatspensioen in gevaar
  • Dit gaat ten koste van de solidariteit tussen generaties, aangezien werkenden steeds meer moeten betalen aan de ouderen
  • Dit gaat ten koste van de solidariteit binnen generaties, aangezien de werkenden meer bijdragen aan de uitkeringen van ouderen dan de inactieven die later ook een pensioen ontvangen, maar zelf niet bijdragen
2

Een voorbeeld van een juist antwoord is:

  • Bij verhoging van de pensioenleeftijd zijn er minder inactieven waardoor de teller kleiner wordt (de i/a ratio daalt)
  • Bij verhoging van de pensioenleeftijd zijn er meer actieven omdat mensen langer doorwerken en zal de noemer groter worden (de i/a ratio daalt)
3

Voorbeelden van een juist antwoord zijn:

  • De laagste belastingschijven hebben nu een lager tarief, waardoor het verschil in inkomen tussen werken en niet-werken (en dus het aanmoedigingseffect) groter wordt.
  • De arbeidskorting is hoger geworden. Voor de uitkeringsgerechtigden wordt het verschil in inkomen tussen werken en niet-werken groter.
  • De belastingschijven zijn verlengd, waardoor over een groter bedrag een kleiner heffingspercentage wordt berekend. Hierdoor wordt het aantrekkelijker om betaald werk te zoeken.
4

Een voorbeeld van een juiste berekening is:

  • In het oude stelsel is het te betalen belastingbedrag (per jaar):
    (12.000 × 0,37) + (25.000 × 0,41) + (1.500 × 0,42) – 1000 = €320
    In het nieuwe stelsel is het te betalen belastingbedrag (per jaar):
    (20.000 × 0,35) + (18.500 × 0,40) – de arbeidskorting
  • De arbeidskorting is €500 – (23,5 × 40) = € 560
  • Het te betalen belastingbedrag is dan 14.400 – 940 = € 13.840
    Het voordeel is dan € 14.320 – € 13.840 = € 480
5

Een voorbeeld van een juiste verklaring is:
Door een daling van de te betalen belasting zal het besteedbaar inkomen stijgen. Hierdoor kunnen actieven besluiten om minder uren te werken bij een gelijkblijvend nettoloon. Het aanbod van arbeid in uren zal hierdoor dalen.

print