Multinationale ondernemingen moeten in principe in alle landen waar ze gevestigd zijn winstbelasting betalen. Overheden kunnen geneigd zijn om dergelijke bedrijven te lokken met lagere tarieven voor de winstbelasting, om de eigen economie te stimuleren. Een econoom beargumenteert de stelling dat bij deze vorm van ‘belastingconcurrentie’ overheden in een positie komen die kan worden beschouwd als een gevangenendilemma, ervan uitgaande dat deze hun totale belastingopbrengsten op peil willen houden.
1 | Licht de stelling van de econoom toe. |
Multinationale ondernemingen hebben, naast het hoofdkantoor in hun ‘thuisland’, productiebedrijven in andere landen. Met de dreiging om deze vestigingen te verplaatsen naar een ander land kunnen zij overheden onder druk zetten om voor hen apart lagere tarieven voor de winstbelasting te rekenen. Met name in ontwikkelingslanden hebben deze ‘multinationals’ een sterke positie ten opzichte van de nationale overheden.
In tabel 1 is Alagne een sterk industrieland. Belanië kan gezien worden als een land met een opkomende economie en Cervoland als een ontwikkelingsland.
tabel 1 kerngegevens over productie en belasting in landen waar multinationals zijn gevestigd
(1) | (2) | (3) | |
---|---|---|---|
bruto binnenlands product in euro’s | totale productiewaarde van de voornaamste lokaal gevestigde multinationals in euro’s | tarief van winstbelasting | |
Alagne | 625 mld. | 10 mld. | 22% |
Belanië | 1.200 mld. | 6 mld. | 25% |
Cervoland | 200 mld. | 5 mld. | 24% |
2 | Verklaar aan de hand van kolommen (1) en (2) dat multinationals vooral in een ontwikkelingsland een sterke positie hebben bij onderhandelingen met de lokale overheid over de winstbelasting. |
Niet alleen vanuit het belang van overheden maar ook vanuit het oogpunt van multinationals zijn er argumenten die pleiten voor het instellen van winstbelastingverdragen. Multinationals zijn bijvoorbeeld gebaat bij een verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing in situaties waarbij vanuit de productiebedrijven winsten worden overgeboekt naar het hoofdkantoor.
De overheden van Alagne, Belanië en Cervoland hebben een winstbelastingverdrag met elkaar afgesloten. Hierin is afgesproken dat winsten alleen worden belast in het land waar deze zijn verdiend, tegen het laagste tarief dat in de verdragslanden geldt. De multinationale onderneming EMNO heeft het hoofdkantoor gevestigd in Alagne en een winstgevend productiebedrijf in Cervoland. Dankzij het verdrag behoeft EMNO over de winst van deze vestiging alleen aan de overheid van Cervoland winstbelasting te betalen, tegen een tarief van slechts 22%.
3 | Leg uit dat dit verdrag aan de overheid van Cervoland (ondanks het lagere tariefpercentage) meer zekerheid biedt over toekomstige belastingontvangsten. |
Nieuwe ontwikkelingen, zoals op het gebied van informatietechnologie, hebben het denkbaar gemaakt dat multinationals kunnen overwegen om ook (delen van) het hoofdkantoor naar een ander land te verplaatsen.
4 | Kan het winstbelastingverdrag van de hierboven genoemde landen ook een oplossing bieden voor het boven vraag 16 genoemde gevangenendilemma? Licht het antwoord toe. |