Het gedrag van banken op het gebied van kredietverlening kan procyclisch werken. In tijden van laagconjunctuur willen banken een grotere kapitaalreserve aanhouden als buffer voor tegenvallers.
Met behulp van onderstaande figuren 1 en 2 kunnen het aantal bedrijfsfaillissementen, de groei van het bruto binnenlands product (bbp) en dit reserveringsgedrag van banken in een land met elkaar in verband worden gebracht.
Een econoom beweert dat uit een combinatie van gegevens uit de figuren 1 en 2 het totale aantal faillissementen in de periode 2000 tot en met 2002 geschat kan worden op ruim 18.000 bedrijven.
1 | Laat met een berekening zien hoe de econoom tot deze schatting komt. |
2 | Leg uit hoe uit figuur 1 kan worden afgeleid dat een verandering van het aantal bedrijfsfaillissementen niet uitsluitend aan een verandering van de conjunctuur is toe te schrijven. |
3 | Leg uit hoe het aantal bedrijfsfaillissementen van invloed kan zijn op het reserveringsgedrag van banken. |
4 | Leg uit hoe het reserveringsgedrag van banken procyclisch kan werken in tijden van laagconjunctuur. |