Een markt van volkomen concurrentie kent in de uitgangssituatie de volgende collectieve vraag en aanbodfunctie:

Qv = -12,5P + 125
Qa = 25P – 50
a

Noem vier kenmerken van volkomen concurrentie.

b

Teken de marktsituatie in de uitgangssituatie.
Maak de tekening niet te klein, zodat je waarden goed kunt aflezen.

hef+proc0

c

Bereken de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid in de uitgangssituatie.

d

Bereken de omvang van het producentensurplus in de uitgangssituatie.

Het product is nogal schadelijk voor de volksgezondheid. Om die reden belast de overheid de producenten in het vervolg met een extra belasting van 50% bovenop de prijs.

e

Stel de nieuwe aanbodfunctie op die ontstaat door de invoering van deze belasting.

f

Teken deze nieuwe aanbodfunctie in de grafiek van vraag 1b.

g

Bereken opnieuw de omvang van het producentensurplus.

h

Bereken het bedrag dat de overheid verdient met deze heffing.

i

Arceer in de grafiek (na invoering van de extra belasting):

  • consumentensurplus,
  • producentensurplus,
  • totale opbrengst voor de overheid en
  • Harberger driehoek.
j

Bereken de totale waarde van het welvaartsverlies door de belasting.

a
  • veel vrager en veel aanbieders
  • homogeen product
  • transparante markt
  • vrije toetreding
b

c

Evenwicht (waarden zijn al aangegeven in de grafiek):

Qa = Qv
25P – 50 = -12,5P + 125
375,P = 175
P = 4,67 (dus € 4,67)

Invullen in vraag of aanbodfunctie:

Q = 67 (dus 670.000 stuks)

d

Het producentensurplus is al aangegeven in de grafiek.
Je rekent deze oppervlakte uit met de algemene formule voor een driehoek:  ½ × basis × hoogte

½ × 670.000 × (4,67 – 2) =
€ 894.450

e

Stap 1 – verwissel Q en P van plek in de functie, zodat je bij elke hoeveelheid de minimale prijs (leveringsbereidheid) weet.

Qa = 25 P – 50
-25 P = -Q – 50
P = 0,04Q + 2

Stap 2 – tel de heffing bij de prijs

P = 0,04Q + 2
P = (0,04Q + 2) x 1,5
P = 0,06Q + 3

Stap 3 – wissel P en Q van plek om er weer een aanbodfunctie van te maken

P = 0,06Q + 3
-0,06Q = -P + 3
Q’a = 16,67P – 50
 
f,i

g

Bereken de nieuwe evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid: Qa’= Qv

16,67P – 50 = -12,5P + 125
P = 6
invullen: Q = 50 (dus 500.000 stuks)

De consumentenprijs is € 6
deze prijs komt tot stand door de producentenprijs (100%) te verhogen met de heffing van 50%

150% = € 6 (consumentenprijs)
100% = € 4 (producentenprijs)

De producentenprijs is € 4
Je rekent de oppervlakte van het producentensurplus uit met de algemene formule voor een driehoek:  ½ × basis × hoogte

½ × 500.000 × (4 – 2) =
€ 500.000

h

De consumentenprijs (die je uitrekent met Q’a = Qv) bedraagt  € 6
Die prijs is inclusief 50% belasting. Dus:

150% = € 6
50% = € 2

De belasting / heffing is dus € 2 per product.
Er worden 500.000 producten verkocht.

De overheid ontvangt dus: 500.000 × € 2  =  € 1.000.000

i

Zie figuur vraag 1f

j

Ook de Harberger driehoek reken je uit met de algemene formule voor een driehoek:  ½ × basis × hoogte

½ × (670.000 – 500.000) × (6 – 4) = € 170.000

print