Opdracht 1 – begrippen
Definities van begrippen heb je vaak nodig omdat bij uitlegvragen deze definitie moet worden toegepast op een context.
Zonder heldere begripskennis loop je vaak een deel van de scorepunten mis.
Wat is de definitie van de volgende begrippen:
a | Negatief extern effect |
b | Berovingsprobleem |
c | Meeliftersgedrag |
d | Collectieve goederen |
Opdracht 2
Opdracht 3
De markt voor e-sigaretten kan worden gezien als een markt van volkomen concurrentie.
Het marktmodel, op basis van private kosten, ziet er als volgt uit:
Qv = -20P + 1.000
Qa = 100P – 1.000
Helaas heeft de overheid de markt nog niet gereguleerd, waardoor er negatieve externe effecten optreden.
De overheid laat het probleem onderzoeken. Het onderzoekbureau becijfert de negatieve externe effecten op € 15 per product.
a |
Geef een duidelijk voorbeeld van de negatieve externe effecten van e-sigaretten. Verklaar je antwoord. |
b |
Bereken de totale omvang van de maatschappelijke kosten van het gebruik van e-sigaretten. |
Stel dat de overheid op advies van het onderzoeksbureau een producentenheffing invoert van € 15 per product.
c |
Bereken in dat geval de procentuele afname van de verhandelde hoeveelheid e-sigaretten. |
d |
Bereken de extra inkomsten voor de overheid die voortvloeien uit de producentenheffing. |