Hoofdstuk 0 - Rekenen
In dit hoofdstuk herhaal je de basis van rekenvaardigheden die je bij de economische vakken regelmatig nodig zult hebben.
Voorbereiding bij BECO & ECON
Zorg dat je elk van onderstaande onderdelen GOED beheerst.
Rekenen (en wiskunde) mag geen afleiding vormen wanneer je bezig bent met het snappen van economische theorie.
Uitleg
1.1 Afronden
Volg bij het afronden van getallen de volgende stappen: kijk of hoeveel decimalen je moet afronden kijk naar het eerstvolgende getal [...]
1.2 Grote getallen
Bij het vak economie zul je vaak moeten rekenen met grote getallen. Daarvoor is het natuurlijk wel noodzakelijk dat je weet hoeveel nullen erbij [...]
1.3 Rekenen met tijd
Bij het omrekenen van tijd geldt: 1 jaar = 4 kwartalen = 12 maanden = 52 weken = 365 dagen Omrekenen via jaar gaat [...]
1.4 (Gewogen) gemiddelde
Wanneer alle onderdelen van een reeks even belangrijk zijn, bereken je een enkelvoudig gemiddelde. Zijn de onderdelen niet even belangrijk, dan moet je een [...]
1.5 Procenten en procentuele verandering
Een percentage is een verhoudingsgetal. Je vergelijkt een getal met een ander getal (het totaal). Eén procent is  deel van het totaal. Het totaal [...]
1.6 Procenten ≠100
Het getal waar je mee begint is niet altijd 100%. Je manier van rekenen hoeft dan echter niet te veranderen. [...]
1.7 Indexcijfers (reeksen)
Om de ontwikkeling van verschillende grootheden, zoals prijzen, inkomen of productievolume, goed te kunnen vergelijken wordt vaak gebruik gemaakt van indexcijfers. Een indexcijfer is [...]
1.8 Indexcijfers: combineren procenten
Indexcijfers kunnen je ook gebruiken om de procentuele veranderingen van twee verschillende grootheden te combineren. Bijvoorbeeld: Om uit te rekenen hoeveel procent de omzet [...]
Opgaven
basisopgave (⌂)
extra oefening (⟲)