Een externe effect is een onbedoelde bijwerking van productie of consumptie die de welvaart van een ander dan de veroorzaker beïnvloedt.
De bijwerking kan zowel positief als negatief zijn.
Bij een positief extern effect neemt de welvaart van de externe partij toe. Bij een negatief extern effect daalt de welvaart van de externe partij.
Omdat de veroorzaker (bij productie de producent) zélf niets merkt van het externe effect, is er ook geen reden om iets door te berekenen in de prijs.
Daarom wordt ook vaak gezegd dat externe effecten niet in de prijs zijn verrekend.
Een paar voorbeelden van externe effecten:
Externe effecten → maatschappelijke kosten
Reizen met een vliegtuig is slecht voor het milieu en veroorzaakt geluidsoverlast. Omdat vliegmaatschappijen geen extra kosten hebben door deze milieuvervuiling, zullen ze de kosten die hierdoor (elders) ontstaan ook niet in de vliegprijzen doorberekenen.
De uiteindelijke rekening van de vervuiling komt zodoende te liggen bij de hele maatschappij (= maatschappelijke kosten).
Om de effecten tóch in de prijs te verwerken zal de overheid in een aantal gevallen, bijvoorbeeld met boetes of heffingen, de producent laten betalen voor de negatieve bijwerkingen.
In het voorbeeld van de luchtvaart is een vliegtax ingevoerd om (een deel van) de externe kosten alsnog in de prijs te verwerken.
Op die manier worden maatschappelijke kosten veranderd in bedrijfskosten.
Coase-theorema
Deze theorie stelt dat particuliere economische deelnemers het probleem van externe effecten onderling kunnen oplossen.
Bij een probleem van negatieve externe effecten, kan de veroorzaker van het probleem onderhandelen met het ‘slachtoffer’ en zo diens welvaartsverlies compenseren.
In Nederland zien we dit steeds vaker bij de bouw van windmolens op land. De bouwers van de windmolen onderhandelen met de bewoners in de omgeving over een financiële vergoeding voor de overlast. Op deze manier worden de bewoners gecompenseerd voor hun welvaartsverlies door het externe effect.
Overigens worden ook op deze manier dus de maatschappelijke kosten veranderd in bedrijfskosten.