In een vwo-klas is gediscussieerd over het onderwerp financiële levensloop en de verschijnselen ‘ruilen over de tijd’ en ‘menselijk kapitaal’. Diana vond dat zo interessant dat ze geprobeerd heeft haar eigen verwachte financiële levensloop schematisch in beeld te brengen (zie grafiek).
Voor het tekenen van de grafiek heeft Diana veel veronderstellingen moeten maken. Enkele daarvan staan hieronder:
Diana is bij het tekenen van de grafiek de nodige problemen tegengekomen. Zo heeft ze zich bijvoorbeeld afgevraagd of ze − om tot een beter beeld te komen − ook voorraadgrootheden zou moeten opnemen. En of ze uit zou moeten gaan van een waardevast of misschien zelfs wel van een welvaartsvast pensioen.
Daarbij rees dan weer de vraag van welke inflatie en inkomensontwikkeling ze zou moeten uitgaan.
1 | Leg uit hoe in de grafiek het verschijnsel ‘ruilen over de tijd’ tot uitdrukking komt. |
Diana heeft in de grafiek uitsluitend stroomgrootheden opgenomen.
2 | Welke voorraadgrootheid had zij op basis van de gegevens in de grafiek kunnen opnemen? Verklaar het antwoord. |
Stel dat Diana zou zijn uitgegaan van een jaarlijkse inflatie van 1,75% gedurende de gehele levensloop en een gemiddelde landelijke inkomensstijging van 2,25% per jaar.
3 | Bereken of haar bedrijfspensioen dan waardevast genoemd kan worden. |
4 | Leg uit waarom het in het kader van de gehele levensloop van belang is of een pensioen waardevast of welvaartsvast is. |
Diana overweegt vervolgens niet direct vanaf haar 18de te gaan werken maar na haar vwo-opleiding eerst een studie bedrijfskunde te gaan volgen. Die studie duurt een jaar of vijf en ze verwacht die zeker met succes af te ronden.
Diana vraagt zich af hoe de gevolgen van die beslissing in de grafiek tot uitdrukking moeten worden gebracht.
5 | Beschrijf vier wijzigingen die Diana in de grafiek zou kunnen aanbrengen, twee wijzigingen vóór het bereiken van de pensioenleeftijd en twee wijzigingen daarna. Betrek daarbij in beide gevallen zowel de inkomsten als de uitgaven. De wijzigingen moeten passen in de gegeven context. Gebruik ongeveer 75 woorden. |