De economie van een land is in een diepe recessie terecht gekomen. De regering van dit land overweegt een anti-cyclisch begrotingsbeleid te gaan voeren met het doel het binnenlands product op een hoger niveau te brengen. De regering is ook van plan de centrale bank van het land te vragen dit beleid te ondersteunen met rentebeleid dat gericht is op een toename van de geldhoeveelheid. In de onderstaande figuur zijn de macro-economische situatie van dit land en het beoogde effect van het begrotings- en monetaire beleid weergegeven.
Of het begrotings- en monetaire beleid het beoogde effect ook zal hebben, is onzeker. Het land heeft namelijk een zeer open economie met een geliberaliseerd internationaal kapitaalverkeer en zwevende wisselkoersen. De economieën van de handelspartners van dit land verkeren bovendien eveneens in een diepe recessie.
De regering is bijeen om over het te voeren beleid te praten en diverse ministers leveren een bijdrage aan de discussie. Hieronder staan enkele uitspraken van de ministers tijdens deze vergadering.
1 | Geef een verklaring voor het horizontale verloop van het linkerdeel van de macro-economische aanbodlijn. |
2 | Geef een verklaring voor de stelling van de minister van Financiën met betrekking tot de geldhoeveelheid. |
3 | Geef een verklaring voor de stelling van de minister van Economische Zaken met betrekking tot de effectiviteit van het rentebeleid. |
4 | Geef een verklaring voor de stelling van de minister van Buitenlandse Handel met betrekking tot de toename van de geldhoeveelheid. |
De vergaderende ministers begrijpen niet goed wat de minister van Internationale Samenwerking bedoelt. Hij geeft daarom een nadere toelichting.
5 | Schrijf deze toelichting. Betrek daarin afzonderlijk het begrotingsbeleid en het monetaire beleid. Geef bij elk beleid één argument. De argumenten moeten passen in de gegeven context. Gebruik ongeveer 75 woorden. |