Het Spaanse bedrijf Oxigen produceert een bepaald type zuurstofmasker en verkoopt dit op de Europese en op de Amerikaanse markt. Oxigen heeft voor dit type zuurstofmasker een zodanige technische voorsprong opgebouwd dat het bedrijf zich op beide markten gedraagt als een monopolist.
Van beide markten is de collectieve vraagfunctie bekend:
- de vraag op de Europese markt: QV (eu) = −250P + 90.000
- de vraag op de Amerikaanse markt: QV (vs) = −400P + 189.000
QV = gevraagde hoeveelheid zuurstofmaskers per jaar
P = prijs in euro’s per zuurstofmasker
De koers van de dollar ten opzichte van de euro wordt constant verondersteld.
In een bepaald jaar vraagt Oxygen voor het zuurstofmasker op beide markten dezelfde prijs: € 210.
1 | Bereken de totale omzet van Oxygen in dat jaar. |
Uitgaande van de gegeven prijs is de prijselasticiteit van de vraag naar het zuurstofmasker op de Amerikaanse markt gelijk aan −0,8.
2 | Bereken, uitgaande van de gegeven prijs, de prijselasticiteit van de vraag naar het zuurstofmasker op de Europese markt (in ten minste één decimaal). |
3 | Geef een economische verklaring voor het verschil in prijselasticiteit van de vraag naar zuurstofmaskers op de Amerikaanse en de Europese markt. |
Een marketingbureau adviseert Oxigen op beide markten een verschillende prijs vast te stellen om op die manier de totale omzet te vergroten.
4 | Aan welke voorwaarde moet zijn voldaan om dit prijsbeleid effectief uit te kunnen voeren? Verklaar het antwoord. |
5 | Zal het marketingbureau Oxigen adviseren de prijs op de Amerikaanse markt te verhogen, te verlagen of te handhaven? Verklaar het antwoord zonder berekening. |