Fietsfabrikant Lynx NV brengt een nieuw type fiets op de Europese markt onder de naam Wapiti.
De collectieve vraag naar Wapiti kan beschreven worden met de vergelijking Qv = -40P + 100.000.
De bedrijfsleiding van Lynx heeft zich aanvankelijk ten doel gesteld een zo groot mogelijk aantal van deze fietsen te verkopen, echter zonder verlies te maken.
Daartoe is de verkoopprijs vastgesteld op € 1.000.
In onderstaande figuur zijn gegevens over kosten en opbrengsten van Wapiti weergegeven.
1 | Leg uit waarom de bedrijfsleiding van Lynx voor de genoemde doelstelling kan hebben gekozen. |
2 | Bereken de totale constante kosten voor Wapiti. |
De eigenaren van Lynx willen echter dat er winst wordt gemaakt.
Daarom besluit de bedrijfsleiding bij nader inzien de fiets aan te bieden voor de prijs van € 1.250.
3 | Bereken de totale winst die Lynx maakt bij de prijs van € 1.250. |
De financieel directeur van het bedrijf wijst zijn collega’s in de directe erop dat bij de gekozen prijs géén maximale winst gehaald wordt.
4 | Bereken bij welke prijs het bedrijf maximale winst haalt. |
Lynx krijgt het verzoek van het Amerikaanse bedrijf BikeFit om eenmalig 2.000 Wapiti’s te leveren. BikeFit wil per fiets € 1.100 betalen. Omdat BikeFit enkele speciale aanpassingen wil, gaat uitvoering van deze order in totaal € 1.275.000 aan extra variabele kosten met zich meebrengen.
De bedrijfsleiding van Lynx wil de order alleen uitvoeren als deze extra winst oplevert.
5 | Bereken of deze order zal worden uitgevoerd. |