De dekkingsgraad van een pensioenfonds geeft een beeld van de mate waarin het pensioenfonds in staat geacht wordt om in de toekomst aan hun verplichtingen te kunnen voldoen.

Formule:

Pensioenfondsen worden gefinancierd middels een kapitaaldekkingsstelsel.
Dat betekent dat werknemers in de loop van hun werkzame leven pensioenpremie betalen. Die pensioenpremies worden door het pensioenfonds belegd, zodat uiteindelijk met deze opbrengsten de pensioenen kunnen worden uitgekeerd.

Pas op:
Er is hierbij geen sprake van een persoonlijke koppeling!
Alles komt in één grote pot waaruit iedere deelnemer pensioen krijgt. Uiteraard is de uitkering wel afhankelijk van de bijdrage van die deelnemer. Hogere inkomens hebben meer premie betaald en ontvangen dus een hoger pensioen. Of mensen die 40 jaar premie betaalden ontvangen meer dan iemand die maar 10 jaar premie betaalde.

Uit de krant

Onderstaand artikel geeft een aardig beeld van de zaken die een rol spelen:

Hogere dekking pensioenfondsen

bron: ANP Toegevoegd: donderdag 20 sep 2012

De stijgende beurskoersen van de afgelopen maanden hebben ervoor gezorgd dat de dekkingsgraad van pensioenfondsen verbeterd is. De gemiddelde dekkingsgraad komt uit op 97 procent; 3 procent hoger dan eind juni. Dat schrijft de Nederlandsche Bank (DNB) in zijn Statistisch Nieuwsbericht.

Toch is dat percentage nog ruim onder de minimumnorm van 105 procent die DNB als toezichthouder aan pensioenfondsen oplegt. Met deze niveaus blijven pensioenfondsen genoodzaakt maatregelen te nemen, zoals de verhoging van pensioenpremies en verlaging van uitkeringen.

Eind augustus waren 4,9 miljoen werkenden en 2,5 gepensioneerden aangesloten bij één van 231 pensioenfondsen met een dekkingstekort.

Rente stabiel

Ook de gemiddelde lange rente bleef redelijk stabiel. Die 30-jarige rente daalde weliswaar een klein beetje: van 2,27 procent naar 2,24 procent. Maar dat verschil was te miniem om pensioenfondsen dieper in de problemen te brengen.
Een lage rente dwingt pensioenfondsen meer geld opzij te zetten voor de latere pensioenuitkeringen, waardoor de dekkingsgraad daalt.

Aanpassing rekenrente

Minister Kamp van Sociale Zaken werkt op dit moment aan een aanpassing van de manier waarop pensioenfondsen hun reserves moeten berekenen. Fondsen dringen al langer aan op een aanpassing van die rekenrente. Maar de fondsen verwachten niet dat die aanpassing of versoepeling zal voorkomen dat er gekort moet worden.

De voorstellen van Kamp of van staatssecretaris De Krom, zijn vervanger tijdens de formatie, worden begin volgende week verwacht.

Rekenrente

De dekkingsgraad vergelijkt dus het huidige vermogen van het pensioenfonds met de ‘huidige waarde van de toekomstige verplichtingen’. Bij dat laatste speelt de rekenrente een belangrijke rol.

De rekenrente is het percentage dat pensioenfondsen mogen gebruiken als ‘groeivoorspeller’.
Het geeft aan met hoeveel procent een bedrag zal toenemen (door beleggingsopbrengsten) om uiteindelijk de uitkeringen mee te kunnen betalen.

Stel dat een pensioenfonds nu € 450 mln. heeft en een rekenrente van 2,4% moet hanteren.
Dan kan het pensioenfonds met die rekenrente voorspellen dat de huidige € 450 mln. over 25 jaar een bedrag van:
( € 450 mln. × 1,02425 = ) € 814,16 mln. zal opleveren.

Bij de dekkingsgraad doen we het precies andersom:
Het pensioenfonds heeft nu € 450 mln. en weet dat zij over 25 jaar € 800 mln. nodig zal hebben. De rekenrente is nog steeds 2,4%
Met de rekenrente kunnen we uitrekenen hoeveel geld het pensioenfonds nú in kas zou moeten hebben om later de benodigde € 800 mln. te hebben:
( € 800 mln : 1,02425 = ) € 442,2 mln.

De dekkingsgraad is dan 

 

Hoe lager de rente, hoe minder het huidige vermogen zal groeien. Daarom zul je bij een lage rente méér geld moeten reserveren voor de toekomst en dus een lagere dekkingsgraad hebben.

Het verhogen van de rekenrente zorgt ervoor dat pensioenfondsen op papier weer voldoende geld hebben, maar of dat écht zo is? De rekenrente zal wel nog gemiddeld verdiend moeten worden! En toekomstige rendementen blijken lastig te voorspellen.

Eisen aan de dekkingsgraad

Pensioenfondsen beheren het geld van een enorme groep Nederlanders.
Om te voorkomen dat de pensioenpot leeg is voordat de huidige deelnemers ervan kunnen profiteren, zijn er regels opgesteld over de minimaal noodzakelijke dekkingsgraad.

Wanneer de dekkingsgraad onder de 105% komt, zijn pensioenfondsen verplicht maatregelen te nemen. Deze maatregelen moeten erop gericht zijn dat de dekkingsgraad binnen 3 jaar weer boven de 105% komt. Het korten van pensioenuitkeringen is in zo’n geval een reëel gevaar.

Bij een dekkingsgraad tussen de 105% en 112% is het pensioenfonds nog steeds verplicht om maatregelen te nemen, zodat de dekkingsgraad in 15 jaar stijgt.

Pas bij een dekkingsgraad van méér dan 112% mag een pensioenfonds de uitkering van de huidige uitkeringsgerechtigden weer laten stijgen.

print