Opgave 1

Er komen verkiezingen aan in Nederland! In het verkiezingsprogramma van politieke partij A wordt voorgesteld om het eigen woningbezit te stimuleren door middel van een eenmalige subsidie van € 12.500 voor mensen met een laag inkomen. De subsidie geldt uitsluitend voor de aankoop van woningen in de laagste prijsklasse (prijsklasse I).

Partij B vindt deze subsidie onnodig, ineffectief en ongewenst. Onnodig omdat het eigen woningbezit fiscaal reeds voldoende wordt gestimuleerd. Ineffectief omdat het profijt van de subsidie voor de doelgroep beperkt is. Ongewenst omdat de subsidie het marktevenwicht op andere delen van de woningmarkt beïnvloedt.

In onderstaande figuur is weergegeven welk effect de subsidie heeft op de vraag naar woningen in prijsklasse I. De subsidie kan via substitutie ook invloed hebben op de vraag naar woningen in prijsklasse II, de prijsklasse net boven prijsklasse I.

a

Bereken het voordeel dat de koper van een woning in prijsklasse I per saldo van de subsidie heeft.

b

Bereken de kruiselingse prijselasticiteit van de vraag naar woningen in prijsklasse II.

Opgave 2

conssub_01De markt van zonnepanelen kan worden beschreven met de volgende collectieve vraag en aanbodvergelijkingen:

Qv = – 0,8P + 80
Qa = 2P – 50

Q = hoeveelheid zonnepanelen in mln. stuks
P = prijs in euro’s

Aanhangers van liberalisme benadrukken dat marktwerking zorgt voor maximale welvaart.
Zij wijzen erop dat vrije marktwerking zorgt voor een Pareto-optimale uitkomst.

Een woordvoerder van een milieu-organisatie benadrukt dat marktwerking en Pareto geen rekening houden met positieve of negatieve externe effecten. Deze woordvoerder pleit voor een consumentensubsidie, omdat zonnepalen belangrijke positieve externe effecten hebben.

a

Leg uit dat vrije marktwerking, in de liberale visie, zorgt voor een Pareto-optimale uitkomst.

b

Leg uit waarom zonnepanelen positieve externe effecten hebben.

Om de afgesproken milieudoelstellingen te behalen onderzoekt de overheid in dit land de invoering van een consumentensubsidie van € 25 per zonnepaneel.
Om de effectiviteit van de overheidsuitgaven te bewaken is er één randvoorwaarde voor de invoering van de voorgestelde subsidie: het mag maximaal € 80 per extra zonnepaneel kosten.

c

Neem het marktmodel over en teken daarin de marktsituatie met een consumentensubsidie van € 25.

d

Bereken hoeveel zonnepanelen er extra verkocht gaan worden als de subsidie wordt ingevoerd.

e

Bereken of de consumentensubsidie voldoet aan de effectiviteit-eis.

Opgave 1

1

De evenwichtssituatie na subsidie ligt bij 40.000 woningen.
Bij de evenwichtsprijs van € 97.500, betaalt de consument € 85.000 (de rest is subsidie).

De consument betaalt dus € 5.000 minder dan vóór de subsidie (toen de evenwichtsprijs € 90.000 bedroeg).

2

Prijs in klasse I gaat met € 7.500 omhoog, ten opzichte van € 90.000 = +8,3%
De vraag naar woningen in klasse II gaat met 7.500 omhoog, ten opzichte van 60.000 woningen = + 12,5%
(om vraagverschuiving af te lezen ga je niet naar het andere evenwichtspunt op woningmarkt II, omdat dan óók de prijs veranderd is (ceteris paribus!))

Ek = 12,5/8,3 = 1,5

Opgave 2

1

Er is sprake van een Pareto-efficiënte uitkomst wanneer niemand zijn positie kan verbeteren zonder dat dit ten koste gaat van de ander.
In termen van surplussen kunnen we ook zeggen dat Pareto-optimaal wil zeggen dat de som van consumenten- en producentensuplus maximaal is.

Vrije marktwerking leidt tot een evenwichtssituatie waarbij voldaan wordt aan deze voorwaarde.

2

Het gebruik van zonnepanelen levert een positieve bijwerking op de welvaart van anderen dan de gebruiker op; iedereen profiteert van een verbetering van het milieu (een schaars middel).

3

conssub_02Een consumentensubsidie zorgt ervoor dat een consument een bedrag van € 25 ‘cadeau’ krijgt bij de aanschaf van een zonnepaneel. Als iemand voorheen een betalingsbereidheid had van € 60, dan heeft hij nu een betalingsbereidheid van € 85.

De vraaglijn gaat dus € 25 omhoog!

Qv = – 0,8P + 80
0,8P = -Q + 80
P = -1,25Q + 100

P = -1,25Q + 100 + 25
P = -1,25Q + 125
1,25Q = -P + 125
Qv = – 0,8P + 100

4

In de uitgangssituatie:

Qv = Qa
– 0,8P + 80 = 2P – 50
2,8P = 130
P = 46,43   → Q = 42,86 mln. zonnepanelen

Na invoering subsidie:

Qv = Qa
– 0,8P + 100 = 2P – 50
2,8P = 150
P = 53,57   → Q = 57,14 mln. zonnepanelen

Extra verkopen: 57,14 mln. – 42,86 mln. = 14,28 mln. zonnepanelen

5

Er worden in totaal 57,14 mln. zonnepanelen verkocht die allemaal € 25 belastinggeld kosten → € 1,428 mld.

Terwijl er 14,28 mln. zonnepanelen extra verkocht worden.

De extra verkopen kosten de overheid dus ongeveer € 100 per stuk. De consumentensubsidie voldoet dus NIET aan de voorwaarde.

 

print