Werkloosheid die ontstaat door onderbesteding.
Door laagconjunctuur wordt er minder gekocht dan bedrijven maximaal kunnen produceren. Bedrijven beperken in zo’n geval hun productie.
Door de lage bezettingsgraad zitten mensen thuis, die bij meer vraag (en dus meer productie) wél werk zouden hebben.
Door een stijging van de bestedingen kan deze vorm van werkloosheid worden bestreden.
Volgens Keyens zou de overheid in dat geval kunnen overwegen om:
- zélf meer te gaan besteden,
- en/of de belastingen te verlagen, zodat gezinnen meer gaan besteden.
Bijvoorbeeld:
Een land heeft een productiecapaciteit van €530 mld.
In een periode van laagconjunctuur zijn de bestedingen € 500 mld.
De gemiddelde arbeidsproductiviteit bedraagt € 100.000 per jaar.
De productie € 30 mld. minder is dan maximaal.
Elke € 100.000 onderzetting is 1 extra werkloze.
Er zijn dus in totaal 300.000 mensen conjunctureel werkloos zijn.