Complementaire goederen zijn goederen die elkaar in het gebruik aanvullen.

complementaire goederenBijvoorbeeld: 

  • koffie en koffiemelk
  • auto en benzine
  • patat en mayonaise
  • tandpasta en een tandenborstel

Kruiselingse elasticiteit van complementaire goederen

Je gebruikt de producten samen, dus wanneer er van het ene goed meer verkocht wordt, zal er ook meer vraag naar het andere goed ontstaan.
Voorbeeld: wanneer er meer auto’s verkocht worden, zal er waarschijnlijk ook meer benzine verkocht worden.

De kruiselingse elasticiteit beschrijft echter hoe de vraag van het ene goed reageer op de prijs van het andere goed.

Als de prijs van het ene goed stijgt, zal de vraag naar het andere product dalen. 
Bedenk maar een willekeurig voorbeeld, zoals de prijs van auto’s en de vraag naar benzine.
       Prijsauto’s stijgt → Vraagauto’s daalt → Vraagbenzine daalt

Een stijging leidt tot een daling; er is dus een negatief verband.
Complementaire goederen hebben dan ook een negatieve kruiselingse elasticiteit.

Kruiselingse elasticiteit getallenlijn

Hoe verder van 0, hoe sterk de vraag reageert op de prijs van het andere product.
Dat zal sterk afhankelijk zijn van het soort product en de onderlinge relatie van de producten.

  • De vraag naar tandpasta zal niet veel veranderen als tandenborstels duurder worden.
    De kruiselingse elasticiteit zal dicht bij 0 liggen. Bijvoorbeeld -0,1

  • De vraag naar huizen zal echter heel sterk reageren op de prijs van hypothecaire leningen.
    De kruiselingse elasticiteit zal dan ook flink negatief zijn. Bijvoorbeeld -2,4.

print