De kandidaat kan in contexten analyseren dat gezinnen en bedrijven bij het maken van keuzes informatie verzamelen ten einde onzekerheid te verkleinen. Aangezien de informatie vaak een beperkt karakter zal hebben moeten transactiepartijen een inschatting maken van mogelijke gebeurtenissen (risico) en de mate waarin transactiepartners gebeurtenissen beïnvloeden of informatie achterhouden die relevant is voor het tot stand brengen van een transactie (asymmetrische informatie).
G1: Risico
De kandidaat kan in een economische context risico’s herkennen en toepassen.
G2: Asymmetrische informatie
De kandidaat kan in een economische context het verschijnsel onvolledige en/of asymmetrische informatie herkennen en toepassen.
G3: Asymmetrische informatie in bedrijf
De kandidaat kan in een economische context van bedrijfsuitoefening onvolledige en/of asymmetrische informatie herkennen en toepassen.
G4: Risico verzekeren
De kandidaat kan in een economische context herkennen en toepassen dat er bij het verzekeren van een risico sprake is van onvolledige en/of asymmetrische informatie.
G5: Beleggen
De kandidaat kan in een economische context herkennen en toepassen dat er bij beleggen sprake is van onvolledige en/of asymmetrische informatie.
3 Moral hazard wordt in deze syllabus cursief genoteerd, omdat het hier om een Engelse term gaat. In het Nederlands komen de volgende termen voor: moreel risico, moreel gevaar en moreel wangedrag. Ook wel: risico op moreel wangedrag.