De totale vraag naar goederen en diensten in een land in een bepaalde periode, voor zover die vraag beslag legt op productiefactoren in dat land.
Bestedingen of effectieve vraag
Deze vraag bestaat uit:
De hoogte van deze bestedingen is onder andere afhankelijk van:
Overheidsbestedingen
Met de overheidsbestedingen legt de overheid zélf beslag op productiefactoren.
De overheidsbestedingen bestaan voor een deel uit consumptieve uitgaven en voor een deel uit investeringen.
Wanneer de overheid goederen of diensten koopt is het beslag op productiefactoren direct duidelijk. Maar ook met het in dienst nemen van ambtenaren legt de overheid beslag op productiefactoren, namelijk de productiefactor arbeid. Daarom is een belangrijk deel van de overheidsconsumptie de ambtenarensalarissen.
Met overdrachtsuitgaven legt de overheid indirect beslag op productiefactoren. Niet de overheid, maar de ontvanger van het geld koopt goederen of diensten.
Pas op:
Ten onrechte worden uitgaven aan sociale verzekeringen vaak bij de overheidsuitgaven genoemd. In principe staan de sociale verzekeringsfondsen financieel los van de overheid. Zij krijgen hun geld binnen via de sociale premies.
Helaas wordt tegen deze scheiding regelmatig gezondigd, zélfs op examens en steeds vaker ook door de overheid zelf. Tóch is het verstandig om deze tweedeling goed in de gaten te houden.
Wanneer er meer werkloosheid is zorgen extra werkloosheidsuitkeringen niet voor meer overheidsuitgaven, wél voor meer uitgaven door de sociale verzekeringsfondsen.
Wanneer de overheid echter ook meer bijstandsuitkeringen moet gaan betalen, stijgen de overheidsuitgaven wél. Bijstand wordt namelijk betaald uit de algemene middelen en behoort tot de overdrachtsuitgaven van de overheid.
Particuliere investeringen
Investeren is het aanschaffen van kapitaalgoederen (productiemiddelen) door bedrijven of de overheid.
Bij de bestedingen staat de “I” voor de particuliere investeringen. De overheidsinvesteringen zijn opgenomen in de “O”.
De totale (bruto) investeringen worden onderverdeeld in:
In het kader van conjunctuur kijken we vooral naar het bestedingseffect van de investeringen:
Wanneer een investering gedaan wordt, dan leidt dat op korte termijn tot extra productie. Ook kapitaalgoederen, zoals machines en gebouwen, moeten immers gemaakt worden.
Behalve een effect op de productie, hebben investeringen nog een effect. Investeringen zorgen er op lange termijn voor dat de productiecapaciteit stijgt. Dit noemen we het capaciteitseffect van investeringen. Dit effect is belangrijk voor de structurele ontwikkeling van de economie.