Waardeverminderingen van de vaste kapitaalgoederen, uitgedrukt in een geldbedrag.

Afschrijvingen zijn eigenlijk alleen een boekhoudkundige truc om de kosten van een kapitaalgoed netjes te verdelen over meerdere perioden. De investering (en dus ook de uitgave) wordt in één jaar gedaan maar omdat het kapitaalgoed vaak meerdere jaren gebruikt wordt, worden de kosten over die periode uitgesmeerd.
Omdat afschrijvingen de winst -en dus de winstbelasting- beïnvloeden, gelden hiervoor allerlei fiscale richtlijnen voor bedrijven.

Een voorbeeld

Een bedrijf koopt op 1 januari 2020 een nieuwe vrachtwagen:

  • de vrachtwagen kost € 500.000;
  • hij zal 5 jaar gebruikt worden;
  • en heeft dan waarschijnlijk een restwaarde van € 75.000.

Datum Balans Toelichting

1 jan 2020

Waarde vrachtwagen = € 500.000
Bankrekening = -€ 500.000

Er wordt op de balans alleen van bezit gewisseld.
In plaats van het geld op een bankrekening bezit het bedrijf nu een vast kapitaalgoed van dezelfde waarde.

Er zijn geen kosten verbonden aan deze uitgave.

1 jan 2021

Waarde vrachtauto = € 415.000

De kosten van de vrachtwagen worden gelijkmatig verdeeld over de gebruiksduur (5 jaar).
De afschrijving bedraagt dus (500.000-75.000/5) € 85.000.

Deze waardedaling zijn de kosten. Omdat die de winst drukken, gaat het uiteindelijk ten kostte van het Eigen Vermogen.

1 jan 2022

Waarde vrachtwagen = € 330.000

Elk jaar wordt de vrachtwagen € 85.000 minder waard vanwege het gebruik.

 

Investeringen

Eén van de meest gebruikte indelingen van de verschillende soorten investeringen is deze:

Indeling investeringen

  • Uit dit schema blijkt dus dat uitbreiden van een voorraad grondstoffen, hulpstoffen of eindproducten óók investeren is. Dat vergeten de meeste leerlingen. Het kan zelfs ongewenst ontstaan, wanneer een bedrijf er niet in slaagt om de geproduceerde hoeveelheid producten te verkopen.

  • Voor de indeling vast/vlottend zijn meerdere definities in omloop.
    Ik hanteer altijd: vaste kapitaalgoederen gaan meerdere productieprocessen mee. Vlottende maar één.

  • Macro economisch zijn de afschrijvingen gelijk aan de vervangingsinvesteringen.
    Het wordt vaak voorgesteld als een soort sparen: jaarlijks wordt een bedrag gereserveerd om na zekere tijd een vast kapitaalgoed te kunnen vervangen.
    Eigenlijk is dat niet waar. Je hebt een kapitaalgoed gekocht, maar de kosten daarvan smeer je met afschrijvingen uit over de periode dat je hem gebruikt.

  • In principe kan op alle investeringen worden afgeschreven. Ook voorraden zijn immers niet altijd onbeperkt houdbaar. Meestal gebruiken we de term alleen in combinatie met vaste kapitaalgoederen.

print