Door langdurige overbevissing is kabeljauw een van de meest bedreigde vissoorten in Europa geworden. Daardoor wordt niet alleen het voortbestaan van de kabeljauw ernstig bedreigd, maar ook dat van veel andere vissoorten.

Verschillende deskundigen waarschuwen dat daardoor het biologisch evenwicht in de oceanen ernstig verstoord dreigt te raken. De Europese autoriteiten willen dat proberen te voorkomen en vragen aan een panel van deskundigen een advies.

De economen in dat panel stellen voor het marktmechanisme een deel van het werk te laten doen. Door het instellen van een accijns op kabeljauw zal volgens hen de overbevissing worden afgeremd. Zij illustreren hun voorstel met de onderstaande figuur.

2010 kabeljauw

Op het internetforum van het panel komen reacties binnen op het voorstel van de economen. De vissersorganisatie ‘Leven van vis’ schrijft boos dat het voorgestelde beleid zal leiden tot afnemende welvaart. De milieuorganisatie ‘Leven met vis’ schrijft in te stemmen met het voorstel van de economen aangezien dat zal leiden tot toenemende welvaart.

Tijdens een werkbespreking lichten de economen hun voorstel toe. In de rondvraag stelt de voorzitter van het panel aan de economen nog de vraag hoe het kan dat hun voorstel volgens de ene organisatie tot afnemende en volgens de andere organisatie tot toenemende welvaart leidt.

1 Beschrijf langs economische weg hoe overbevissing bij kabeljauw ook het voortbestaan van andere vissoorten kan bedreigen.
 

Bedenk de hoe je de economische positie van een visser tijdens overbevissing kan karakteriseren in termen van kosten/opbrengsten/winst.
Wat zijn oplossingen waaraan de visser dan kan denken die te maken hebben met andere vissoorten?

2 Beschrijf hoe volgens de economen hun voorstel leidt tot minder overbevissing bij kabeljauw. Gebruik in het antwoord in elk geval de begrippen afwenteling en betalingsbereidheid.
 

Afwentelen = kosten van iets doorschuiven naar iemand anders. In dit geval de accijns.

Betalingsbereidheid = maximum bedrag dat een consument aan iets wil uitgegeven.

3 Bereken met hoeveel procent de hoeveelheid gevangen kabeljauw afneemt als het voorstel van de economen wordt uitgevoerd.
 

Let op! er staat bereken. Lees in zo’n geval zo min mogelijk gegevens af!
Bereken de evenwichtshoeveelheden vóór en ná invoering van de accijns.

4 Formuleer het antwoord van de economen in het panel aan hun voorzitter.
Betrek daarin beide door de voorzitter aangehaalde organisaties. Het antwoord moet passen in de gegeven context. Gebruik ongeveer 75 woorden.
 

Welvaart kan in ruime- of in enge zin bekeken worden. En marktmodellen laten wel surplus zien die iets over de welvaart zeggen, maar houden geen rekening met positieve of negatieve externe effecten.
Bedenk bij je antwoord het belang / de doelgroep van elke organisatie.

1

Een antwoord waaruit blijkt dat de vangst van kabeljauw op zeker moment niet meer rendabel zal zijn vanwege hoge kosten bij geringe vangst / geringe vraag bij hoge consumentenprijs waardoor de vissers op zoek zullen gaan naar andere vissoorten die dan ook overbevist zullen raken.

2

Een antwoord waaruit blijkt dat de accijns leidt tot hogere kosten die worden afgewenteld op de consument en dat de daaruit voortvloeiende hogere aanbiedingsprijs de betalingsbereidheid van een deel van de consumenten overtreft zodat er vraaguitval ontstaat en er minder vis gevangen hoeft te worden.

3

Een voorbeeld van een juiste berekening is:

  • aanbodlijn met accijns: Qa = 2P − 4
  • nieuwe evenwichtsprijs: 2P − 4 = −P + 4 → P = 2,67
  • nieuwe evenwichtshoeveelheid: −2,67 + 4 = 1,33
      
  • procentuele afname:  × 100% = 33,5%

Opmerkingen:

  • Als de nieuwe hoeveelheid niet is berekend maar op basis van de figuur is geschat, voor een juiste schatting 1 punt toekennen. De maximumscore wordt dan 2. Een juiste schatting ligt tussen 1,3 en 1,4.
  • Als de nieuwe hoeveelheid berekend is via de aanbodlijn levert dat door afrondingsverschillen 1,34 op en een afname van 33%.
4

Een voorbeeld van een juist antwoord is:

welvaartsbegrip
In het antwoord moet tot uitdrukking komen dat beide organisaties een ander welvaartsbegrip hanteren, bijvoorbeeld welvaart in enge / ruime zin of welvaart op korte / lange termijn

afnemende welvaart
In het antwoord moet tot uitdrukking komen dat bij afnemende welvaart het verlies van werkgelegenheid bij vissers / toeleveranciers / detailhandel centraal staat hetgeen leidt tot inkomensverlies en een lager consumptieniveau (dit welvaartsaspect komt tot uitdrukking in de Harberger-driehoek)

toenemende welvaart
In het antwoord moet tot uitdrukking komen dat bij toenemende welvaart het duurzame karakter van productie / consumptie centraal staat dat zou worden aangetast als het biologisch evenwicht in de oceanen verloren zou gaan (dit welvaartsaspect komt in de marktbenadering niet tot uitdrukking)

print