In een land is er sprake van een vrije boekenmarkt. Boekwinkels verkopen boeken aan consumenten tegen een door de boekwinkels zelf te bepalen prijs. Uitgeverijen leveren deze boeken aan de boekwinkels.
De Minister van Cultuur vindt dat er in haar land te weinig literaire boeken gelezen worden. Dat komt volgens haar vooral doordat literaire boeken voor veel consumenten te duur zijn. Zij wil daarom de uitgeverijen toestaan de prijzen vast te stellen die boekwinkels aan de consumenten moeten vragen (de vaste boekenprijs, VBP). De uitgeverijen zullen dan de consumentenprijzen van niet-literaire boeken moeten verhogen en die van literaire boeken moeten verlagen.
Een onderzoeker heeft van de boekenmarkt in dit land een model ontwikkeld waarmee de gevolgen van de invoering van de VBP worden onderzocht. In dit model wordt aangenomen dat er in dit land één uitgever is die twee typen boeken uitgeeft: een literair boek en een niet-literair boek. Bovendien wordt aangenomen dat er bij de verkoop aan de consumenten sprake is van één boekwinkel die zowel het literaire boek als het niet-literaire boek verkoopt. In de onderstaande grafiek heeft de onderzoeker de consumentenmarkt van het literaire boek weergegeven.
consumentenmarkt literair boek voor en na invoering van de VBP
Toelichting bij de grafiek: |
Verdere gegevens:
- Vóór invoering van de VBP streeft de boekwinkel naar maximale totale winst.
- Vóór invoering van de VBP heeft het literaire boek een marktaandeel van 25% van de totale afzet.
- De VBP van het literaire boek wordt vastgesteld op € 20.
- Door invoering van de VBP daalt de afzet van het niet-literaire boek met 15%.
De prijsverhoging van het niet-literaire boek bij invoering van de VBP leidt tot een verschuiving van de GO-lijn (prijsafzetlijn) van het literaire boek. Volgens de onderzoeker ontstaat deze verschuiving via het reële inkomen (inkomenseffect) en via substitutie (substitutie-effect).
1 | Welk effect is volgens de onderzoeker het sterkst? Verklaar het antwoord met behulp van de grafiek. |
Vóór invoering van de VBP bedraagt de afzet van het literaire boek 7.500.
2 | Leg dit uit met behulp van de grafiek en een berekening. |
3 |
Bepaal het marktaandeel van het literaire boek na invoering van de VBP van € 20. Doe dat als volgt:
|
4 | Bereken het bedrag waarmee de totale winst op het literaire boek daalt bij invoering van de VBP van € 20. |
Het consumentensurplus bij het niet-literaire boek neemt bij invoering van de VBP af met € 120.000.
5 | Neemt het totale consumentensurplus op de boekenmarkt door invoering van de VBP toe of af? Licht het antwoord toe met een berekening. |
De Minister van Mededinging wil de vrije boekenmarkt handhaven. Hij verwacht dat in de werkelijkheid de verkoop van boeken steeds meer zal gaan plaatsvinden via online boekwinkels. Dat zal op een vrije boekenmarkt leiden tot schaalvergroting en nieuwe, moderne vormen van promotiebeleid. De Minister van Mededinging verwacht dat door deze ontwikkeling de prijs van literaire boeken zal gaan dalen.
6 |
Beschrijf de gedachtegang van de Minister van Mededinging. Betrek daarin:
De beschrijving moet passen in een situatie met marktwerking. Gebruik ongeveer 100 woorden. |