Johan de Wit is 50 jaar. Hij verwacht:
a |
Moet hij bij het opstellen van een intertemporele budgetlijn rekening houden met de nominale of met de reële rente? Leg uit waarom. |
b |
Bereken de maximale huidige consumptie en de maximale toekomstige consumptie en teken de intertemporele budgetlijn. |
c |
Geef in de zojuist getekende intertemporele budgetlijn het punt aan waarbij Johan spaart noch leent. |
d |
Zal de budgetlijn veranderen indien de inflatie(verwachting) stijgt? Zo ja, leg uit hoe de lijn verandert.
Zo nee, leg uit waarom niet. |