Introductie van het buitenland
Wanneer we een model van een open economie bekijken komen er minimaal een export- en een importvergelijking bij in het model. Bovendien zorgt de import ervoor dat de multiplier wordt afgezwakt.
De exportfunctie
De omvang van de export is vooral afhankelijk van factoren in het buitenland en wordt dus autonoom verondersteld.
E = Eo | E = 100 |
De importfunctie
De omvang van de import is deels afhankelijk van de hoogte van het binnenlandse bestedingen (en dus Y) en deels autonoom.
In plaats van een X wordt ook vaak een M gebruikt als afkorting voor import.
X = xY + Xo | X = 0,4Y + 30 |
Het model
In symbolen | Bijvoorbeeld |
C = cYb + Co Yb = Y – B B = bY + Bo I = iY + Io O = Oo E = Eo X = xY + Xo EV = C + I + O + E – X Y = EV |
C = 0,8Yb + 60 Yb = Y – B B = 0,5Y + 10 I = 0,1Y + 70 O = 120 E = 80 X = 0,2Y + 20 EV = C + I + O + E – X Y = EV |
Het model oplossen: het berekenen van het evenwichtsinkomen
Naarmate modellen omvangrijker worden zullen opgaven steeds minder gaan om het berekenen van de evenwichtswaarde. Vragen gaan dan meer over verbanden tussen grootheden in het model en over veranderingen die moeten worden uitgerekend met behulp van een multiplier.
De eindvergelijking | Oplossing voorbeeld |
Y ≈ 431,4 |
Lekken in de multiplier
Door de introductie van het buitenland is er nog een ‘lek’ in de multiplierwerking bijgekomen.
Een ‘lek’ zorgt ervoor dat een bestedingsimpuls maar gedeeltelijk leidt tot extra productie, nieuw inkomen, extra bestedingen, enz….
Door zo’n lek is de uiteindelijke groei van het nationaal inkomen dus kleiner.
We onderscheiden drie lekken: