De marginale opbrengst is het bedrag waarmee de totale opbrengst van het bedrijf verandert als het bedrijf één extra product produceert.
Het verloop van de (marginale) opbrengsten is afhankelijk van de marktvorm waarop de onderneming actief is.
Bij volkomen concurrentie
De markt (collectieve vraag en collectief aanbod) bepalen de prijs voor de ondernemer. Deze ondernemer is zó klein dat hij geen invloed heeft op de prijs.
In de voorbeeldgrafiek bedraagt de evenwichtsprijs € 8.
Dat is dus de (gegeven) prijs voor een individuele ondernemer. Hij is een té klein onderdeel van het geheel om invloed op de prijs te kunnen hebben.
Wanneer de ondernemer een extra product verkoopt neemt zijn opbrengst dus steeds met € 8 toe: MO = 8
Bij volkomen concurrentie geldt: MO = prijs = GO
Bij een monopolist
Stel een monopolist heeft te maken met de volgende collectieve vraagfunctie:
Qv = -5P + 20
De collectieve vraaglijn voor deze producent kan ook worden herschreven als een prijs-afzetfunctie:
Qv = -5P + 20
5P = -Qv + 20
De totale opbrengst (omzet) kunnen we dan berekenen door:
TO = P × Q
De extra opbrengst voor één extra product (MO) kunnen we bepalen door de eerste afgeleide te nemen van de zojuist gevonden TO-functie:
Wanneer we deze lijn in de grafiek tekenen, valt op dat de MO-lijn de hoeveelheid-as precies halverwege snijdt t.o.v. de Qv-lijn.
Logisch want de top van de parabool TO zit halverwege de snijpunten met de horizontale as.
Vóór de top geldt: de extra opbrengst neemt steeds een beetje af, maar is positief (de TO-stijgt, maar steeds minder snel).
Ná de top geldt: de TO-parabool begint te dalen (en steeds sneller). Dat wil zeggen dat de extra opbrengst voor één extra product negatief wordt (en steeds meer negatief wordt).
Onthouden:
de totale opbrengst is maximaal (TO-top) bij de productieomvang waar geldt dat MO = 0