Productiefactoren zijn de middelen die altijd in een bepaalde combinatie noodzakelijk zijn om te kunnen produceren.
Productiefactoren
productiefactor | omschrijving |
---|---|
Kapitaal | is het totaal van kapitaalgoederen in een maatschappij. Kapitaalgoederen (of productiegoederen) zijn goederen die gebruikt worden om andere goederen te produceren. Hiervoor wordt ook wel de term productiemiddelen gebruikt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan machines, gereedschappen, bedrijfsauto’s, gebouwen en voorraden. |
Arbeid | omvat zowel lichamelijke als geestelijke menselijke werkzaamheid, gericht op het voortbrengen van producten. Het aanbod van arbeid is de beroepsbevolking. |
Natuur | omvat alle natuurlijke rijkdommen en natuurkrachten, grond- en delfstoffen, bossen, ruimte, enzovoort. |
Ondernemerschap | is de ondernemer die de productiefactoren kapitaal, natuur en arbeid combineert, en daarbij ondernemersrisico loopt. Zijn inkomen is niet gegarandeerd. |
Natuur en arbeid zijn de oorspronkelijke productiefactoren. Kapitaal is een afgeleide productiefactor. Dat wil zeggen: natuur en arbeid zijn vanaf het allereerste begin met menselijke productie verbonden. Kapitaal moet met behulp van natuur en arbeid (en eventueel ander kapitaal) vervaardigd worden.
Primaire inkomens
Iedereen die een productiefactor levert voor de productie ontvangt daarvoor een vergoeding. Deze primair inkomens staan in de groene kolom in onderstaande afbeelding.
Winst als beloning voor ondernemerschap kan gezien worden als een beloning voor het lopen van risico. De ondernemer krijgt namelijk alleen maar winst als er genoeg geld over blijft: winst is daarom een onzeker restinkomen.
Productiecapaciteit
De productiecapaciteit van een land wordt bepaald door de kwaliteit en kwantiteit van de beschikbare productiefactoren.
Niet alleen de hoeveelheid productiefactoren is dus van belang. Ook de kwaliteit daarvan.
Onderstaande tabel geeft een kort overzicht van factoren die belangrijk zijn voor de kwaliteit en kwantiteit van de productiefactoren:
productiefactor | kwantiteit | kwaliteit |
---|---|---|
Kapitaal | de omvang van de kapitaalgoederenvoorraad, bepaald door de hoeveelheid investeringen. |
toepassing van innovatie (+), door (vernieuwende) investeringen. |
Arbeid | de omvang van de beroepsbevolking (participatiegraad, p/a-ratio). |
scholing (+) (investeringen in human capital) |
Natuur | de hoeveelheid natuurlijke hulpbronnen. | milieuvervuiling (-) hergebruik / recycling (+) |
Ondernemerschap | de bereidheid van mensen om te ondernemen, beïnvloed door bijvoorbeeld belastingtarieven / regels. |
scholing |