Bij het opstellen van een marktmodel veronderstellen we alle andere factoren (dan de prijs) die ook invloed kunnen hebben op vraag of aanbod constant.
Ceteris Paribus bij de collectieve vraagfunctie
Een collectieve vraagfunctie beschrijft hoeveel de totale vraag naar een product is bij een bepaalde prijs:
Qv = -1,6P + 40
De gevraagde hoeveelheid is natuurlijk niet alleen afhankelijk van de prijs.
Andere vraagbepalende factoren zijn:
Bij het opstellen van de vraaglijn/vraagfunctie worden al deze factoren constant verondersteld.
We beschrijven dan hoe de vraag is bij verschillende prijzen met een gegeven aantal consumenten die een vast inkomen hebben, enz..
Je zou kunnen zeggen dat die vaste gegevens in het getal ’40’ in de vergelijking zijn opgenomen.
Wanneer één van deze ceteris-paribus voorwaarden verandert, verandert het vaste getal en verschuift de lijn evenwijdig naar links of naar rechts | ||
Originele vraagfunctie | Het vaste getal wordt groter (50) | Het vaste getal wordt kleiner (30) |
Qv = -1,6p + 40 | Dit kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden doordat het aantal consumenten is toegenomen, waardoor bij eenzelfde prijs meer gevraagd wordt dan voorheen. | Dit kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door een daling van het inkomen, waardoor bij eenzelfde prijs minder gevraagd wordt dan voorheen. |
Ceteris Paribus bij de collectieve aanbodlijn
Een collectieve aanbodfunctie beschrijft hoeveel het totale aanbod van een product is bij een bepaalde prijs:
Qa = 5P – 25
De aangeboden hoeveelheid is natuurlijk niet alleen afhankelijk van de prijs.
Andere aanbodbepalende factoren zijn:
Bij het opstellen van de aanbodlijn/aanbodfunctie worden al deze factoren constant verondersteld.
We beschrijven dan hoe het aanbod is bij verschillende prijzen met een gegeven aantal producenten die te maken hebben met vaste productiekosten, enz..
Ook hier zou je kunnen zeggen dat die vaste gegevens in het getal ‘-25’ in de vergelijking zijn opgenomen.