We kunnen een economische kringloopschema ook boekhoudkundig beschrijven. We spreken in dat geval van de nationale rekeningen.
Om dit te bespreken voorzien we het een kringloopschema van bedragen (in miljarden euro’s).
Elke sector (elk blokje in het kringloopschema) beschrijven we met een soort balans (rekeningen), waarop we de ingaande pijlen (middelen) en uitgaande pijlen (bestedingen) noteren.
Vanwege het gesloten karakter zijn alle rekeningen in evenwicht, omdat het totaal van ingaande en uitgaande pijlen aan elkaar gelijk is in elke sector.