Vraag 1
De totale vraag naar rookworst is afhankelijk van diverse factoren.
a | Noem tenminste vier verschillende factoren die de gevraagde hoeveelheid rookworsten in een maand (mede) bepalen. |
Een medewerker van een rookworstenproducent doet onderzoek naar de markt en komt met de volgende collectieve vraagvergelijking:
Qv = – 2P + 800
waarbij:
Qv = gevraagde hoeveelheid rookworsten in 100.000 stuks per maand
P = prijs van een rookworst in eurocenten
b |
Leg uit wat een vraagvergelijking nu precies beschrijft. |
c |
Waar zijn nu opeens al die factoren gebleven die je bij vraag 1a noemde? |
d |
Hoeveel rookworsten worden er per maand gevraagd bij een prijs van € 2,48? |
e |
Teken de beschreven vraagvergelijking in een grafiek. |
f |
Noem een oorzaak waardoor de vraag naar rookworsten bij dezelfde prijs zou kunnen toenemen. |
g |
Beschrijf hoe in dat geval de grafiek en de vergelijking dan zouden veranderen. |
Vraag 2
a |
Geef in de volgende gevallen aan óf, en zo ja hoe, de vraaglijn naar suiker verschuift :
|