Vraag 1
Gegeven het marktmodel dat het gedrag van de gezamenlijke producenten en consumenten weergeeft op de markt van volkomen concurrentie.
Qv = – 5p + 200 Qa = 7p – 20 |
waarbij geldt: p = prijs in euro’s q = hoeveelheid in stuks per dag |
a |
Bereken de totale dagomzet op deze markt. |
b |
Teken in een grafiek dit marktmodel. |
c |
Arceer het consumentensurplus. |
d |
Bereken het producentensurplus. |
Vraag 2
Gegeven het marktmodel dat het gedrag van de gezamenlijke producenten en consumenten weergeeft op de markt van volkomen concurrentie.
Qv = – 125p + 45.000 Qa = 50p – 2000 |
waarbij geldt: p = prijs in euro’s q = hoeveelheid in stuks per dag |
a |
Bereken de totale dagomzet op deze markt. |
b |
Teken in een grafiek dit marktmodel. |
c |
Arceer het consumentensurplus. |
d |
Bereken het producentensurplus. |