Economie-examens gaan niet alleen over economische kennis. Steeds belangrijker worden vaardigheden als tekstverklaring, kritisch lezen en zorgvuldig formuleren.
Algemene richtlijnen:
Onderstaande tabel biedt wellicht enige hulp.
In de vraag staat… | of zoiets als… | Antwoordmethode |
---|---|---|
Leg uit.. | beargumenteer.. beredeneer.. beschrijf.. verklaar.. licht toe.. motiveer.. waarom.. waaruit blijkt.. |
Als…dan…(omdat..) Als er deflatie is, zullen de bestedingen dalen (omdat consumenten de aanschaf van producten gaan uitstellen vanwege de verwachte daling van de prijzen.) |
Bereken.. | geef aan met een berekening.. toon aan met een berekening.. |
Gebruik je rekenmachine, maar schrijf wel precies de stappen van je berekening op. Schrijf ook bij alle getallen op wát het voorstelt. Ook je tussenantwoorden! |
Wat is.. | wat betekent.. omschrijf.. wat verstaat men onder.. wat wordt bedoeld met.. |
Herhaal de vraag en vul aan met je antwoord. Onder overbesteding verstaan we de situatie waarbij de bestedingen de productiecapaciteit overtreffen. |
Hoe.. | door welke oorzaak.. noem de reden.. waardoor.. |
door…is…(want/omdat) Door de inflatie is de koopkracht gedaald (omdat je voor eenzelfde bedrag minder kunt kopen vanwege de gestegen prijzen) |
Hoeveel.. | bepaald de omvang.. hoe groot.. |
Een getal en een motivatie. De beroepsbevolking bestaat uit 650.000 personen, want er zijn 50.000 werklozen en 600.000 werkenden die samen de beroepsbevolking vormen. |
Noem.. | geef.. wie.. |
Meestal is hier geen verdere verklaring of motivatie gevraagd. Je kunt volstaan met een kort antwoord. |
Bron: Tijdschrift voor het economisch onderwijs (Hein Pot), bewerkt.