In deze opgave wordt met inkomen steeds het primaire inkomen bedoeld.
De verdeling van het totale inkomen in een land kan weergegeven worden door de personele inkomensverdeling. Of er bij deze inkomensverdeling in de loop der tijd sprake is geweest van nivellering of van denivellering, kan worden bepaald met behulp van de hoogste/laagste kwintielverhouding: de verhouding tussen het inkomensaandeel van de 20% inkomensgroep met de hoogste inkomens en het inkomensaandeel van de 20% inkomensgroep met de laagste inkomens.
In onderstaande tabel zijn voor dit land enkele gegevens over de personele inkomensverdeling van 2005 weergegeven.
Inkomensgroepen | % aandeel in totaal personen | % aandeel in totaal inkomens | aandeel arbeidsinkomens in % van totaal inkomens per groep | |
---|---|---|---|---|
groep 1 (laagste) | 20 | 9,6 | 90 | |
groep 2 | 20 | 12,7 | 84 | |
groep 3 | 20 | 16,9 | 79 | |
groep 4 | 20 | 22,6 | 72 | |
groep 5 (hoogste) | 20 | 38,2 | 60 | |
Aanvullende gegevens:
|
In 1995 bedroeg in dit land de hoogste/laagste kwintielverhouding 5,1 : 1.
1 | Is er in 2005 ten opzichte van 1995 sprake van nivellering of denivellering van de inkomensverdeling in dit land? Verklaar je antwoord met behulp van een berekening. |
2 | Toon met een berekening aan dat in 2005 het totale inkomen € 351 miljard is. |
De personele verdeling van de totale inkomens is in dit land ongelijker dan de personele verdeling van de arbeidsinkomens van deze inkomensgroepen. Dit komt onder andere doordat de hoogste inkomensgroep een relatief groot aandeel heeft in de overige inkomens in dit land.
3 | Toon met een berekening aan dat het inkomensaandeel van groep 5 in de arbeidsinkomens kleiner is dan het inkomensaandeel van deze groep in de totale inkomens. |
4 | Geef een verklaring voor het feit dat de hoogste inkomensgroep een relatief groot aandeel heeft in de overige inkomens in dit land. |