Het bedrijf Reader onderzoekt de mogelijkheid een leesapparaat voor digitale stripboeken op de markt te brengen. Reader moet daarvoor een apparaat (de Stripreader) en bijbehorende software ontwikkelen. Voor de digitale stripboeken, die alleen met de Stripreader gelezen kunnen worden, overweegt Reader samen te werken met Book, een uitgever van stripboeken. Het plan is dat Reader het leesapparaat gaat verkopen en Book de digitale stripboeken. Daartoe zou Book het alleenrecht moeten krijgen op het gebruik van de software waarmee Book digitale stripboeken geschikt kan maken voor de Stripreader.
Beide partijen moeten investeringen doen en variabele kosten maken om hun nieuwe product te produceren en op de markt te brengen. Een onderzoeksbureau maakt voor Reader en Book een begroting van de kosten en de opbrengsten.
Op basis van eerdere projecten met digitale boeken heeft het onderzoeksbureau de onderstaande gegevens verzameld voor de kostenbegroting.
Gegevens kostenbegroting | ||
investeringen*) | variabele kosten | |
Reader | € 600 miljoen | € 40 per Stripreader |
Book | € 150 miljoen | € 1 per digitaal stripboek |
De opbrengstenbegroting is complexer. Reader stelt een prijs per Stripreader vast en Book een prijs per digitaal stripboek. Het onderzoeksbureau gaat er vanuit dat beide partijen uit de dekkingsbijdrage (= het verschil tussen de opbrengst van de verkopen en de variabele kosten) hun investeringen in maximaal 20 maanden terugverdiend willen hebben.
Het is nog onzeker welk prijsbeleid beide partijen gaan voeren. Die beslissing nemen de partijen simultaan en onafhankelijk van elkaar.
Het onderzoeksbureau maakt voor de eerste 20 maanden na de introductie van de nieuwe producten het onderstaande overzicht voor de opbrengstenbegroting.
De Stripreader en het digitale stripboek zijn technisch complementair. Ook economisch gezien lijkt er sprake te zijn van complementaire goederen.
1 | Leg uit dat uit de opbrengstenbegroting kan worden afgeleid dat de Stripreader en het digitale stripboek economisch complementair zijn. |
2 | Leg met een berekening uit dat Reader in de gegeven situatie zal beslissen om de Stripreader niet op de markt te brengen. |
Reader bestudeert vervolgens de mogelijkheid om met Book de afspraak te maken dat Book een lage prijs zal vaststellen. Prijsafspraken zijn namelijk niet zonder meer verboden. De overheid kan besluiten een prijsafspraak toe te staan als daar maatschappelijke belangen mee gediend zijn.
Reader verwacht dat de overheid in de gegeven situatie de prijsafspraak tussen Reader en Book toe zal staan.
3 | Geef voor deze verwachting een argument dat past in de gegeven context. Licht het argument toe. |
De vraag voor Reader is of Book zal instemmen met een afspraak dat Book een lage prijs zal vaststellen.
4 |
Leg uit:
|
5 | Beschrijf een manier waarop Reader zou kunnen proberen Book te dwingen zich aan de prijsafspraak te houden. |