In het dorpje Noordheim zijn twee snackbars gevestigd: Van Vliet en Jonker. Tussen beide snackbars is tot nu toe sprake van een stilzwijgende afspraak om de prijzen van hun meest verkopende product, Vlaamse friet, niet te wijzigen.
Van Vliet overweegt om de frietprijzen toch met 5% te verlagen om zijn omzet te laten groeien. Hij gaat er in eerste instantie van uit dat Jonker hetzelfde overweegt. Van Vliet stelt een matrix op om zijn strategie te kunnen bepalen.

1 Is er in de analyse van Van Vliet sprake van een gevangenendilemma? Verklaar je antwoord.

Bij een gevangenendilemma is het Nash-evenwicht niet de optimale uitkomst.

Jonker waarschuwt Van Vliet dat een prijsverlaging door beide snackbars ten koste kan gaan van de winst, ondanks de verwachte hogere omzet.
Hij doet Van Vliet de belofte, dat hij zijn prijzen niet zal verlagen, als Van Vliet dat ook niet doet. Als Van Vliet zijn prijsverlaging toch doorzet, dreigt Jonker echter zijn prijzen met 10% te verlagen.
Van Vliet vraagt een bevriende econoom een marktonderzoek uit te voeren naar te verwachten omzetcijfers. De econoom concludeert dat Van Vliet ten onrechte van een statische spelsituatie is uitgegaan. Op basis van de voorstellen van Jonker stelt hij onderstaande spelboom op. Hij gaat ervan uit dat de prijselasticiteit van de vraag naar Vlaamse friet voor beide snackbars -1,5 bedraagt.
Overwegingen die niet in de spelboom aan de orde komen worden buiten beschouwing gelaten.

spelboom Van Vliet en Jonker (omzet in euro’s per week)

2 Toon met een berekening aan dat bij punt A een weekomzet van 5.106,25 euro wordt behaald door Van Vliet.

Omzet = prijs × hoeveelheid.
De prijs gaat met 5% omlaag en de prijselasticiteit van de vraag is -1,5.

3 Is de dreiging van Jonker van een prijsdaling van 10% geloofwaardig? Verklaar je antwoord.

Geloofwaardig is een dreiging meestal pas, wanneer je er zelf niet slechter van wordt als je het dreigement uitvoert.

4 Leg uit dat op basis van de spelboom het voor Van Vliet niet aannemelijk is dat Jonker zijn belofte zal houden om zijn prijs gelijk te houden.

Ook een belofte is meestal pas geloofwaardig, wanneer je er zelf niet slechter van wordt als je de belofte na komt.

Gegeven de verwachte omzetcijfers zal Van Vliet niet gemakkelijk door de belofte van Jonker overtuigd worden. Toch wil Jonker een prijzenslag voorkomen. Hij wil via zelfbinding zijn bedoelingen geloofwaardig maken.

5 Bedenk een manier hoe Jonker zelfbinding kan toepassen om zijn belofte om zijn prijzen gelijk te houden geloofwaardig te maken. Licht deze manier toe.

Een belofte wordt geloofwaardig, wanneer je bij het niet nakomen van de belofte schade oploopt. Pas dat toe op deze context.

1

Nee

Een voorbeeld van een juiste verklaring is:
Voor beide spelers is prijsverlaging de dominante strategie. Er ontstaat een Nash evenwicht dat tevens de optimale uitkomst is van het spel: beide spelers krijgen hier een hogere omzet dan als ze hun prijs niet verlagen.

2

Een voorbeeld van een juist antwoord is:
0,95 × 1,075 × 5.000 = € 5.106,25

3

Ja

Een verklaring waaruit blijkt dat Jonker als reactie op een prijsverlaging door Van Vliet de hoogste omzet zal halen als hij kiest voor een prijsverlaging van 10% (€ 2.018 is meer dan € 1.950).

4

Een antwoord waaruit blijkt dat als Van Vliet zijn prijs niet verlaagt, Jonker de hoogste omzet zal halen als hij kiest voor prijsverlaging van 5% (€ 2.042,50 is meer dan € 2.000).

5

Een voorbeeld van een juist antwoord is:
Jonker kan in zijn klantenfolders benadrukken dat een snackbar een verdere verlaging van de prijs slechts kan bereiken door minder kwaliteit te leveren. Daarmee stelt Jonker zich kwetsbaar op en wordt zijn belofte aan Van Vliet geloofwaardiger.

Opmerking: in het antwoord moet naar voren komen dat Jonker een negatieve consequentie verbindt aan zijn dominante strategie.

print