In onderstaande grafiek is de productiefunctie van een land weergegeven.
De economie bevindt zich in het begin van 2022 in punt A.
a |
Is hier sprake van toenemende-, afnemende, of constante meeropbrengsten? Verklaar je antwoord. |
b |
Leg uit waarom in de gegeven situatie het land punt B niet kan bereiken. |
Vanaf 1 maart 2022 stelt de overheid van een land voor alle inwoners een scholingsbudget beschikbaar van (maximaal) € 1.000 per persoon. Het geld mag alleen gebruikt worden voor erkende scholing. Het mag niet besteed worden aan cursussen voor hobby’s.
Het budget dat de overheid hiervoor ter beschikking stelt is binnen enkele weken volledig ingezet. Mensen die achter het net vissen zullen moeten wachten tot volgend jaar, wanneer de overheid opnieuw een bedrag voor deze regeling beschikbaar zal stellen.
c |
Verklaar waarom de economie van dit land nu wél in punt B kan geraken.
|